VAKANTIE 2000

SICILIË


 

Vrijdag 7 juli

kaartje SicilieBij het ontwaken bleek de So Fong op drift te zijn, zodat we maar meteen aan de oversteek naar Cefalu op Sicilië begonnen zijn. Onderweg natuurlijk nog een keer gestopt om even te zwemmen. Wel een vreemd gevoel , 1000 meter water onder je.

Mozaiek Dom CefaluRond half 5 kwamen we aan, een goed tijdstip om het middeleeuws aandoende stadje meteen te gaan verkennen. Er was een mooie oude wasplaats en de nauwe straatjes gaven af en toe een verrassende doorkijk op zee. Op het domplein een lekker ijsje gegeten en daarna de mozaïeken in de kerk bekeken.

Doorkijkje IJsje Kerkklok

In een nieuwer gedeelte van de stad dachten we voor de verandering eens een grote supermarkt te hebben gevonden, maar het assortiment bleek nogal tegen te vallen: het was pasta en nog eens pasta, alleen van allerlei merken en in allerlei vormen.

CefaluDesondanks kregen we een aardig voorraadje bij elkaar, zodat we de watertaxi maar ter plekke naar het strand hebben laten komen in plaats van helemaal terug te lopen. Daarna tortellini ai funghi gegeten. Zonder piatto secondo, want onderweg hadden we, behalve een plastic zak, weer helemaal niks aan de haak geslagen.

Zaterdag 8 juli

Terwijl we nog aan het ontbijt zaten kwam de Guardia Costiera langs om te zeggen dat we te ver naar binnen lagen dus zijn we maar meteen vertrokken. De andere jachten die daar voor anker lagen kregen hetzelfde te horen. Omdat de rubberboot een paar kleine lekjes had (zeeëgel?) wilden we halverwege bij een strandje voor anker gaan om hem daar te repareren.

Maar we lagen nog geen 5 minuten stil of er kwam weer een patrouilleboot langs om ons weg te jagen: blijkbaar moet je minstens 300 meter van een strand voor anker gaan. Misschien een nieuwe regel om de stranden vrij te houden van speedboten. Maar zo ver van het strand is er natuurlijk geen lol aan, dus zijn we maar meteen verder gegaan.

Omdat we vanwege de warmte niet al te vroeg in Termini Imerese, onze eindhalte, aan wilden komen hebben we het schip maar laten drijven. En zo, zonder zeil of motor, liepen we toch nog 2 mijl per uur. Onderweg eindelijk toch maar eens kaarten zitten te schrijven. In Termini zijn we maar bij een houten visserschip dat ze aan het slopen waren langszij gegaan, want de hele vissersvloot leek binnen tegen de muur te liggen. Er zat nog net een stuk dek in waar we overheen naar de wal konden lopen.

Termini bleek een gewone stad, helemaal niet toeristisch. Er waren dan ook nergens restaurants of terrasjes. De bewoners zelf zaten echter allemaal op straat te keuvelen met de buren: veel straatjes waren zo smal dat er toch geen auto’s door konden.

Zondag 9 juli

Door de steile, nauwe straatjes naar de bovenstad geslingerd. Sommige straten waren aangelegd als trappen, die nu echter met een paar scheppen beton uitgevuld waren zodat er ook auto’s gebruik van konden maken. Vanaf de citadel hadden we een mooi uitzicht over de stad en de haven, van waaruit grote ponten met vrachtwagens vertrokken.

Koepel, Termini ImereseOmdat het ontbijt een beetje krap was geweest hadden we allebei wel trek, dus maar eens een ‘broodje ijs’ geprobeerd, wat daar in het zuiden blijkbaar een normale snack is maar waar wij in eerste instantie toch wat vreemd naar keken. Het ijs was zalig en het (zoete) broodje zorgde in ieder geval voor de nodige vulling. Achteraf bleek dat we toevallig de beroemdste ijsboer van de stad gevonden hadden.

 

Daarna het stedelijk museum bezocht, wat een mooie archeologische collectie had. Een verzameling prehistorische scherven en pijlpunten werd origineel gepresenteerd: in oude sigarenkistjes.

Op de terugweg kwamen we langs het station dus zijn we met het oog op onze terugreis vast maar eens gaan kijken waar we vanuit Termini met de trein konden komen. Er bleek ook een treinverbinding met de tempelstad Agrigento in het zuiden van Sicilië te zijn, waar ik al lang graag eens heen wilde. Omdat ons dat wel een mooi uitje voor de zondagmiddag leek, zonder al te veel loopwerk, zijn we de kapitein ook maar op gaan halen.

De treinreis naar de andere kant van Sicilië duurde anderhalf uur. De kosten bleken wel overkomelijk: FL 20,- voor een retourtje! Voor dat geld kregen we ook nog eens een mooie indruk van het binnenland aan deze kant van het eiland. Het spoor volgde grotendeels twee rivierdalen. Hoewel de rivieren ondanks de vele stuwtjes nu bijna overal droog stonden was aan de bedding wel te zien dat het in de winter flinke stromen konden worden. In die brede bedding groeide nu mais, terwijl de heuvels vol koren stonden. Net als in Spanje was er enkel spoor, waarbij de treinen elkaar in de stations kruisen.

buskaartjeOmdat de tempelvallei een paar kilometer van het station bleek te liggen en we niet zo heel veel tijd hadden omdat de laatste trein terug om 8 uur ging, besloten we maar een taxi te nemen. Maar hoewel er eentje op de standplaats stond kwam er maar geen chauffeur opdagen. Er stonden ook verschillende bussen geparkeerd, maar we konden nergens ontdekken welke lijn waar heen ging. Gelukkig kwam er even later een buschauffeur langs die ons kon vertellen welke bus langs de valle dei’ tempi reed. Dus toen de chauffeur van die lijn arriveerde stapten we vrolijk in. Maar dat ging zo maar niet: we hadden eerst binnen een kaartje moeten kopen. En weg was onze bus. Weer in het stationsgebouw zagen we nergens een loket van de busmaatschappij. De lokettiste van de spoorwegen wees naar de andere kant, waar volgens ons alleen maar een café zat. Bleek dat we daar aan de kassa buskaartjes konden kopen!

Van een verstilde vallei met verlaten tempels was geen sprake: bussen met reisgezelschappen reden af en aan. Maar de tempels op zich waren toch wel indrukwekkend en het gele zandsteen stak prachtig af tegen de blauwe lucht. Van de tempel van Hercules, waarvan nog maar 8 zuilen rechtop staan, zijn we via de redelijk intacte tempel van Concordia naar de tempel van Juno gelopen. Onderweg waren ook nog vroegchristelijke begraafplaatsen te bewonderen en een villa van een rijke archeologie-amateur met een prachtige tuin, die echt de sfeer opriep van de tijd dat archeologie nog een avontuur was.

Valle dei tempi Tempel van Concordia Tempel van Hercules

Vanwege zijn dikke en nog steeds pijnlijke enkel had senior maar een paar schippersklompjes aangetrokken in plaats van gewone schoenen. Op een gegeven moment werd hij in het Duits aangesproken door een Italiaanse, die vroeg of hij het op Sicilië naar zijn zin had. Toen hij duidelijk wilde maken dat hij Nederlander was en geen Duitser zei ze: "Ja, dat had ik al aan uw klompen gezien hoor!" Wij vielen bijna om van het lachen natuurlijk.

Omdat we de bussen niet helemaal vertrouwden zijn we daarna maar op de bushalte gaan staan wachten, en hebben we de andere helft van het complex en de beroemde Castor en Pollux tempel maar overgeslagen. Natuurlijk kwam er vrij snel een bus, zodat we op het station nog wel een uur over hadden voor de trein vertrok. Dus nog maar even de stad in gelopen.

Onderweg kwamen we langs het klooster van San Spirito, waar een toeriste vroeg of we mee naar binnen wilden. Even later kwam er een Quasimodo-achtige vrouw met een grote sleutelbos aangelopen, die ons de kerk en de kloostertuin liet zien. In de kerk bewonderden we vier grote stucco-reliëfs en een koepel met mooie, maar zwaar beschadigde trompe-l’oeuil schildering.

TreinkaartjeWeer in de trein beweerde de conducteur dat we over zouden moeten stappen voor Termini Imerese. Omdat dat niet in de dienstregeling had gestaan betwijfelden we dat, maar voor de zekerheid vroegen we het maar eens aan een jongeman die naast ons zat. Hij sprak slecht Engels, zoals de meeste mensen daar, en begreep ons probleem niet helemaal (waarschijnlijk was het hele probleem dat de conducteur zich niet kon voorstellen wat toeristen in Termini te zoeken hadden en dat hij daarom verondersteld had dat we daar over wilden stappen). Toen we op zijn wedervraag antwoordden dat we uit Nederland kwamen, zei hij "Ach natuurlijk, klompen…"

Bij aankomst in Termini (zonder overstap) bleek de hele stad uitgestorven. Gelukkig was er vlak bij de haven nog een pizza-tentje open, waar we een ‘complete familiepizza’ (met knakworstjes!) bestelden om mee te nemen. Terwijl we daar op stonden te wachten vroeg de baas "U bent zeker Hollander?" En vervolgens constateerde hij dat dit zeker een moderne uitvoering van de houten klomp was… Maar goed, op klompen lopen heeft in ieder geval als voordeel dat je niet meer constant voor Duitser aangezien wordt!

Maandag 10 juli

Winkel van Sinkel, PalermoOmdat de kapitein nog steeds last had van zijn enkel zijn we maar met z’n tweeën met de trein naar Palermo gegaan, na eerst voor de volgende nacht een slaapplaats naar Rome gereserveerd te hebben. Terwijl we in Palermo in de Via Roma richting centrum liepen zagen we aan de overkant opeens een leuk winkeltje, met pizzascheppen, ovenschalen en allerlei ander keukengerei in alle soorten en maten voor de deur uitgestald. Toen we dichterbij gingen kijken zagen we een hele straat met dit soort winkeltjes. De meesten waren kleine werkplaatsen, waar veel van deze voorwerpen nog met de hand werden gemaakt.

 

Interieur la Martorana
Mozaiek La Martorana
Kathedraal Palermo, apsis
Mozaiek Palazzo dei Normanni
Capella Palatina

Toen we via een andere straat weer terug gingen naar de Via Roma ontdekten we een mooi gelegen oude kerk, die La Martorana bleek te heten. Binnen wachtte ons een kleurige verrassing: het eerste gedeelte was bont barok beschilderd terwijl het schip voorzien was van prachtige mozaïeken. Vooral de decoraties rond het koor, die een soort mengvorm waren van glasmozaïek en inlegwerk vond ik schitterend. Aan het bijna sprookjesachtige effect droegen ook de grote planten bij die op verschillende plaatsen in de kerk stonden. Aan hetzelfde beschaduwde pleintje lag de San Cataldo, een klein kerkje met drie roze koepels.

Daarna zijn we de Via Vittorio Emanuele ingeslagen, waar het barstte van de kleine boekhandeltjes, maar waar we verder weinig van onze gading zagen. In die straat bevond zich ook de kathedraal, een mengeling van Normandische stijl, gothiek en barok. Het interieur was indrukwekkend maar niet bijzonder. Wel opvallend waren de sterrenbeelden, die in gekleurd marmer in de vloer waren ingelegd. Aan het eind van de straat bevond zich een enorme boog. Net daarnaast lag het Palazzo dei Normanni. In het Palazzo dei Normanni hebben we de Capella Palatina bewonderd, beroemd vanwege zijn mozaïeken. Ook waren er decoraties in dezelfde stijl, een kruising van marmer en mozaïek, als in de Martorana.

 

Daarna zijn we naar de San Giovanni degli Eremeti gegaan. Net als de San Casale was deze kerk vooral van buiten mooi, door zijn oranje koepeldaken die fel afstaken tegen het groen van de kloostertuin er om heen. Toen we weer weggingen was een van de suppoosten zo vriendelijk nog eens met ons terug de tuin in te lopen om onze waterfles bij een bron bij te vullen.

S. Giovanni degli Eremeti S. Giovanni degli Eremeti S. Giovanni degli Eremeti

Vervolgens wilden we doorsteken naar de andere kant van de stad, de zeezijde. Al snel kwamen we in een echte volksbuurt terecht, waar de was van de ene kant van de straat naar de andere hing, en waar in de garages de koetspaarden stonden waarmee toeristen zich door de stad kunnen laten rondrijden.

Even verderop stonden we opeens midden op een schilderachtige groente en vismarkt, waar, tot ons genoegen, maar geenmarkt eind aan leek te komen. Vooral de viskramen met hun decoratief uitgestalde zwaardvissen waren een lust voor het oog. Ook zagen we bij veel kramen manden vol met hazelnootachtige bolletjes, wat slakken bleken te zijn. Behalve mooi was het er ook erg goedkoop: voor een broodje met ham, tomaat en mozzarella betaalden we maar FL 1,50.

Aan het einde van de markt bleken we weer bij het station te zijn. Via een andere winkelstraat zijn we toen alsnog richting zee gelopen. Wat er op de kaart uitzag als een ankerbaai bleek een propvolle jachthaven te zijn. Banyan boomDaarna hebben we een tijdje in de Giardino Garibaldi op de wortels van een enorme banyan-boom gezeten, waar we gezelschap kregen van een hagedis. De Galleria Regionale di Sicilia bleek vervolgens net gesloten, zodat we maar naar de botanische tuin zijn gegaan. Onderweg zagen we een oud vrouwtje en een jongen sjouwen met wat waarschijnlijk een zak was was, maar het leek net een lijk, en we waren tenslotte in Palermo…

In de Botanische tuin waren de ‘valse kapok-bomen’ met hun van grote stekels voorziene kegelvormige stammen de meest opvallende soort, hoewel we ook onder de indruk waren van de lotusbloemen, de bamboe en de pomelo-bomen. Verder lag de historische tuin bezaaid met de prachtigste aardewerk scherven. Omdat ik gewoon geen keus kon maken uiteindelijk geen enkele scherf meegenomen.

lousbloemen bamboe pomelo

Daarna zijn we terug gelopen naar het station, zodat we om 5 uur weer terug in Termini Imerese waren. We hadden beloofd gegrilde kip met frietjes mee te brengen uit de stad, maar de dames lagen op dat vroege tijdstip pas net onder de zonnebank. Omdat er nergens een terrasje was waar we konden wachten tot ze gaar waren en we die dag wel genoeg gelopen hadden zijn we eerst maar terug gegaan naar de So Fong.

Die bleek de hele dag tegen de muur gelegen te hebben, omdat het langszij van het sloopschip wel erg gevaarlijk was geworden nu er weer daadwerkelijk gesloopt werd, maar nu kwam er net een visser binnen die zijn plekje weer opeiste. We mochten wel bij hem langszij.

Terwijl we weg waren was de kapitein erg ijverig geweest: niet alleen had hij het hele schip geboend maar ook nog eens de was gedaan. Dat was een hele opgave, want het water kwam daar niet uit de kraan gelopen maar gedruppeld, zodat het ruim 20 minuten duurde voor de waterkan vol was. Alleen had hij in zijn ijver om alles weer lekker fris te maken een flinke scheut chloor bij de was gegooid, waardoor alle donkere T-shirtjes er nogal gebatikt uit waren gaan zien…

Weer in de stad bleek de poelier al twee kippen voor ons apart gehouden te hebben. Als toetje hadden we watermeloen. Daarna zijn de heren op de wal de rubberboot gaan plakken, terwijl ik bij de kraan nog een klein handwasje ging doen. Toen het een beetje schemerig begon te worden kwamen er van onder de betonnen platen een stel kakkerlakken te voorschijn die zo groot waren dat ik nu nog kippenvel krijg als ik er aan denk!

‘s Nachts begon het opeens verschrikkelijk hard te waaien, dus de heren had het druk met alles stormvast te maken en stootzakken te verhangen.

Dinsdag 11 juli

Tegen de ochtend was de wind op zijn hardst: af en toe gaf de windmeter 9 Beaufort aan. Maar het vreemde was dat die wind, die over land kwam, verschrikkelijk warm was, het leek net een föhn, zodat we ondanks de stom gewoon in een t-shirtje buiten zaten. Rond 9 uur draaide de wind opeens 180 graden zodat hij, bijna even hard, van zee kwam.

Toen we boodschappen gedaan hadden bleek de wind helemaal verdwenen en was zo heet dat het zweet al in straaltjes van je afliep als je maar gewoon stil zat. Ten einde raad zijn we maar met de rubberboot naar open zee gevaren om daar wat verkoeling te zoeken, want de haven vonden we te vies om te zwemmen. Niet alleen was de halve olietank van het sloopschip er in gestroomd, er dreven ook een heleboel dode visjes rond nadat de vissers schoon schip hadden gemaakt.

Weer aan boord hebben we nog eens uitgebreid gedoucht en daarna de rugzak ingepakt (alle bagage kon inmiddels in één zak). Tijdens de siësta was het gelukkig een beetje bewolkt geworden, zodat het niet meer zo bloedheet was. Na het eten was het tijd om te vertrekken: van Termini Imerese naar Roma Termini.

In de trein bleken we de hele coupé voor onszelf te hebben zodat we de ramen lekker wagenwijd open konden zetten. De rest van de avond hebben we echter vooral op het gangpad uit het raam gehangen, in het toenemende duister kijkend naar de zee en naar de Italianen die in hun huizen gezellig aan tafel zaten of vanaf hun balkon naar de tv zaten te kijken. De trein reed hier en daar zo dicht langs de zee dat hij met een storm toch wel flink nat zal worden.

In Milazzo kregen we gezelschap. De steward kwam nog even vertellen we behalve deze ene man die nacht verder niemand in onze (6 persoons) coupé zouden krijgen, zodat we alle ruimte zouden hebben. Wat een service toch. Rond 12 uur waren we aan Messina centrale, waarna de trein op de pont zou gaan om de Straat van Messina over te steken. We hadden geen idee hoe dat in z’n werk zou gaan: omdat we op de treinstellen hijsogen hadden gezien dachten we dat ze er misschien wel opgetild zouden worden.

Treinstellen op de Pont Maar de trein bleek in drie delen de pont op te rijden. Daarvoor werd de locomotief achter de trein geplaatst en daarna begon het rangeren. Door middel van een elektronisch bord met letters kreeg de machinist signalen: vooruit, stop, achteruit, stop enz. Eenmaal op de pont werden de deuren geopend zodat we gewoon uit konden stappen en rondlopen op de pont. In het ruim stonden ongeveer drie treinen, terwijl bovenop nog vrachtauto’s meegingen. Aan dek hadden we een mooi uitzicht op de haven van Messina. De oversteek zelf duurde ongeveer twintig minuten, het rangeren had wel twee keer zo lang geduurd.
Messina

Bij aankomst in Villa San Giovanni zijn we in ons bedje gekropen. Hoewel we weer de bovenste bedden hadden gekregen hebben we die nacht prima geslapen nu het raam open stond.




MILAAN EOLISCHE EILANDEN SICILIË ROME FLORENCE INDEX