Zondag 1 september

DE LOIRE

O, wat is de zomer toch weer snel voorbij gegaan. Het is al weer een slecht verfjaar voor de Picaro geworden... In Nantes is echter nog weinig van de naderende herfst te merken. Omdat het zo'n prachtig weer is besluiten we de stad maar de stad te laten. We rijden een toeristische route, over de Loiredijk. Het is echt een Nederlandse dijk, met huisjes en cafeetjes er tegenaan, zoals je in Frankrijk maar zelden ziet. De rivier is echter bepaald niet Nederlands, met z'n zandbanken en eilanden. Als je hier de rivier over steekt kom je soms drie keer het bordje Loire tegen, bij iedere tak een. Langs de dijk ligt een muurtje, waarvan iedere opening nog met schotjes afgesloten kan worden. We zien nog steeds veel appelbomen, maar ook steeds meer druiven.

Een stukje boven Nantes ligt een oude bekende, de Pascal. Verder zien we geen varende binnenvaartschepen meer, wel wat werkschepen. Enorm veel kribben en strekdammen in de Loire hier. De geul is goed betond, maar met die sterke stroming zal het varen hier toch echt niet meevallen. In Champtoceaux stoppen we om brood te halen. Er staat hier nog een oude toltoren aan de rivier, maar het stadje zelf ligt boven op een berg. Er is een kasteel met een prachtige toegangspoort, bestaande uit twee massieve torens. Ik zou al genoegen nemen met die poort om in te wonen! Bij Ingrandes houden we middagpauze en maken een strandwandeling. Overal langs de rivier zijn picknickplekken, deze heeft zelfs een kinderzwembadje op het strand en douches, maar helaas, allemaal voorzien van slagbomen op 2 m hoogte.

Office de tourisme, Le Champalud, 49270 Champtoceaux, tel. 33 (0)2 40 83 57 49 www.champtoceaux-ville.fr

MONTJEAN

In Montjean sur Loire bezoeken we het écomusée, wat een leuke binnenvaartafdeling heeft. De Montjeannaise en de Cap Vert die we gisteren in Nantes gezien hebben horen bij dit museum. Montjean is een echt schippersstadje. In 1838, toen de Loire nog van Nantes tot Roanne bevaarbaar was, passeerden hier jaarlijks zo'n 6000 schepen, over het algemeen houten gabares. Deze gabares waren 10 tot 40 meter lang en hadden soms een mast van wel 20 meter hoog, die snel kon zakken om een brug te passeren. In 1900 waren er in Montjean, als gevolg van de concurrentie van de spoorwegen, nog maar een zestigtal schepen over, die hoofdzakelijk kalk naar Bretagne vervoerden. De houten gabares werden meestal na een jaar of 30 trouwe dienst gesloopt. Het hout werd herbruikt in huizen.

De Montjeannaise is een reconstructie uit 1989 van een schip uit 1830, naar een tekening van François Beaudoin (ex-conservator van het Musée de la Batellerie in Conflans). Ze is 15,70 meter lang, 4,46 m breed en kan 30 ton vervoeren. Leeg gaat ze 0,35 m diep, geladen 1 meter. De mast is 11,8 meter hoog en het zeiloppervlak is 90 m2. Met 6 à 9 personen kun je een week op dit schip meevaren op de Loire à 550 euro p.p.

De Cap Vert is in 1928 in Nantes gebouwd als 'Ville d'Ingrandes'. In 1939 wordt het schip door de nieuwe eigenaar, die hoofdzakelijk pinda's voor oliefabriek Cap Vert vaart Cap Vert genoemd. Van 1964 tot 1976 vervoert de Cap Vert zand vanaf de Sèvre, daarna dient het schip tot 1994 als ponton voor andere zandschepen. In 1998 draagt het zandbedrijf het schip over aan het museum, waarna het gerestaureerd wordt. De Cap Vert is 32 bij 5 meter en kan 156 ton vervoeren.

In het museum hangen ook nog foto's van een grote tanker, iets van 60 bij 9 meter, pas in 1981 gebouwd, die tot de grote overstroming van 1992 regelmatig naar Angers voer. Verder veel aandacht voor de hennepkwekerij en -oogst, die hier met de scheepvaart opbloeide (zeilen, touwen) en onderging, en de kalkindustrie. We kopen nog een paar ansichtkaarten van de hand van Jean-Luc Hiettre, de tekenaar van Le Grand Fleuve.

Ecomusée, La Forge, Place du Vallon, 49570 Montjean sur Loire, tel. 33 (0)2 41 39 08 48
Office de tourisme, 2 Place du Général de Gaulle, 49570 Montjean sur Loire, tel. 33 (0)2 41 39 07 10, www.montjean.free.fr

DE MAINE

Dan rijden we naar Bouchemaine, waar een Maison de la Confluence moet zijn. In Bouchemaine mondt de Maine uit in de Loire. De Loire is de langste 'fleuve' (rivier die in zee uitmondt) van Frankrijk, de Maine is met z'n 8 km de kortste 'rivière' (zijrivier). Het museum is moeilijk te vinden, blijkt niet in Bouchemaine maar in La Pointe, er net naast, te liggen. De expositie is helaas de moeite niet echt waard, gaat vooral over de natuur, maar het dorpje, een voormalig schippersdorp met nauwe straatjes naar het water, is erg leuk. Er is ook een mooi pad langs de rivier maar daar is het op zondagmiddag ontzettend druk met voetgangers. Over de weg is het ook al niet leuk fietsen, dus laden we de fietsen weer op en rijden nog wat verder.

Bij Angers 'splitst' de Maine zich in de Mayenne en de Sarthe en moeten we kiezen. Angers zelf slaan we maar over. Hadden we natuurlijk niet moeten doen: achteraf horen we dat er een nieuwe sluis moet liggen en dat overal in de stad scheepjes opgehangen waren. Langs de Sarthe liggen nog wat scheepvaartmuseumpjes, maar die zijn buiten het hoogseizoen alleen nog maar in het weekend open. Dus kiezen we maar voor de Mayenne, en bewaren de Sarthe voor een andere keer.

DE MAYENNE

Op de vaarkaart zoeken we een op het oog leuk dorpje op, Grez-Neuville. Het is inderdaad precies zoals we ons voorgesteld hebben, kleine straatjes en grote bomen, en midden in het dorp een sluis met brede stuw en oude watermolen, maar helaas, je mag er nergens langs het water parkeren en het mooie parkeerterreintje bij het stadhuis is verboden voor campers. Dat is voor het eerst dat we zo onze neus stoten in zo'n dorpje in de binnenlanden.

Verderop ook geen rustige weggetjes naar de rivier toe te vinden, dus parkeren we maar in l'Aubinière, bij een restaurantje aan een brug. We hebben uitzicht op de rivier en het is een keurig parkeerterrein, maar daar is dan ook alles mee gezegd want de langsrazende auto's maken nog behoorlijk veel herrie. Het ergste is echter dat we niet langs de rivier kunnen fietsen, want er is hier nergens een jaagpad. Dan de administratie maar bijwerken. Wel zien we als we terugkeren van een wandeling, die na korte tijd eindigde in een wei met koeien, nog een hert over een gammel bruggetje over een zijtak van de Mayenne lopen.

Vorige Volgende


© PICARO