Zaterdag 17 augustus

Na drie dagen ‘handwas’ beginnen we ons toch een beetje smerig te voelen. Dus besluiten we het zwembad, wat op loopafstand ligt, een bezoekje te brengen. Ze zijn er blijkbaar aan viezeriken als wij gewend, want volgens de voorschriften moet je douchen vóór je het bad induikt. Hoe dan ook, alles is er keurig netjes. Voor de vorm trekken we een paar baantjes, voor we ons nog eens uitgebreid gaan soppen. Daarna gaan we het hondebeest bevrijden, want na een grauwe start is het zonnetje weer in alle hevigheid doorgebroken. Maar na onze ervaringen met verscheurde gordijnen aan boord durven we de rolgordijntjes van de camper toch niet dicht te maken als we weg zijn.

DE RANCE

We rijden naar de Barrage de La Rance, waar we eerst de sluis bekijken, die aan de kant van Dinard ligt en waar jaarlijks 16.000 vaartuigen passeren. Het bijzondere aan deze in 1966 gebouwde dam is echter de ‘usine marémotrice’, de getijdencentrale. Omdat het bezoekerscentrum nog niet open is gaan we eerst met Kia naar het strand. Het tijverschil is hier behoorlijk groot, een meter of 12, en je ziet het water ook enorm snel opkomen.

In het infocentrum veel EDF-propaganda over schone energie, maar ook interessante informatie over de centrale, op een leuke manier gepresenteerd. Dit was de eerste getijdencentrale ter wereld, voorzien van 24 turbines die twee kanten op kunnen draaien, en dus zowel met opkomend als met afgaand water stroom leveren. Bovendien fungeren de turbines met opkomend water ook nog als motor voor pompen, waardoor het water achter de dam extra hoog opgestuwd kan worden. Alle installaties zijn via een tunnel, die nog onder de sluis doorloopt, aangebracht.

Vervolgens rijden we langs de Rance naar het zuiden, via het circuit touristique départemental. Dit zijn allemaal witte weggetjes op de kaart, en die zijn vaak maar net één camper breed... Maar gelukkig komen we nauwelijks verkeer tegen. We rijden door een volledig ‘granieten’ dorpje, waar alle huizen behangen zijn met visnetten, en langs de schilderachtige Moulin de Beauchet, een van de vele oude getijdenmolens langs de Rance.

EDF, Usine maremotrice de la Rance, 35780 La Richardais, tel. 33 (0)2 99 16 37 14

L’ECLUSE DU CHATELIER

We vinden een parkeerplekje tegenover de Ecluse du Chatelier, aan de voormalige Port de Lyvet (of Livet). Deze sluis ligt 16 kilometer landinwaarts. We blijven even naar het schutten kijken. De sluis, die 34 meter lang is en 7,90 meter breed, heeft aan iedere kant maar één draaideur, met een verlaat in het midden waardoor het schutten nogal ruig lijkt te gaan. Dan fietsen we een stukje terug over het jaagpad, de Rance af. Een smalle maar goed afgebakende geul voert tussen de zandbanken door naar de sluis. Langs de oevers staan vissershutjes op palen, van waaruit met kruisnetten (carrelets) gevist wordt. Bij een hoge spoorbrug, de Pont de Lessart, houdt het jaagpad op: van hier af lieten de schepen zich vroeger door de stroom of de wind voortbewegen. We gaan nu de andere kant op, richting Dinan. We fietsen gelijk op met een passagiersschip, de Belle de Dinan, en een aantal (zeil)jachten.  

De Rance, het Canal d'Ille et Rance en de Vilaine vormen samen de ‘Liaison Manche – Océan’. Tegenwoordig wordt deze noord-zuidverbinding dwars door Bretagne veel als 'afsnijding' gebruikt door jachten, maar hij is eigenlijk door Napoleon aangelegd om strategische redenen. Net als het Canal de Nantes à Brest, wat een oost-westverbinding door Bretagne vormt. Hoewel deze waterwegen al gedeeltelijk vóór Napoleon bestonden of in aanbouw waren, heeft hij de aanleg systematisch doorgevoerd, om zijn marinehavens binnendoor te kunnen verbinden en te bevoorraden, aangezien de zee toen door de Engelsen beheerst werd.

Tamelijk breed, maar met een smalle vaargeul net langs het jaagpad en omgeven door rotsen doet de Rance ons hier aan de Doubs denken. Veel dagjesmensen op en langs het jaagpad. Hier en daar nog een oude kade en in de bomen aan de overkant ligt nog een voormalig vrachtschip te rotten. We fietsen Dinan, met z'n drukke oevers, lage stenen boogbrug en hoge viaduct voorbij.

Emeraude Lines, BP 16, 35401 Saint Malo cedex, tel. 33 (0)2 23 18 15 15, www.emeraudelines.com
Le Chateaubriand, BP 80126, 35801 Dinard cedex, tel. 33 (0)2 99 46 44 40, www.chateaubriand.com

CANAL D’ILLE ET RANCE

Boven de stad lijkt de gekanaliseerde Rance nog het meest op de Sambre, smal, bochtig en groen. Een paar kilometer verder komen we bij het eerste sluisje van het 85 kilometer lange Canal d’Ille-et-Rance, Léhon. De sluizen zijn hier 27 meter lang en 4,70 meter breed.  We kijken naar het schutten van een andere rondvaartboot. Net boven de sluis ligt een idyllisch dorpje, met abdij, fort en stenen boogbrug. Wat zou VNF dit plaatje graag in de folders zetten!

Maar het beheer van de Bretonse kanalen is in 1989 door de staat overgedragen aan de regio. Bretagne heeft het weer overgedaan aan de departementen, die het beheer van dit kanaal op hun beurt overgedragen hebben aan een speciale instantie, het Institution du Canal d'Ille-et-Rance Manche Océan Nord (ICIRMON). Het personeel bestaat net als in de rest van Frankrijk uit ambtenaren in bruikleen van de Division Departementale de l’Equipement (DDE). De vaartijden lijken hier dit jaar niet veranderd, er wordt van april tot november van 8.30-12.30 en van 13.30-19.30 geschut. De meeste sluizen hebben houten deuren. Alle 47 sluizen zijn handbediend. Sommige worden nog opengeduwd, anderen zijn voorzien van een draaimechaniek.

We fietsen nog twee sluisjes verder en draaien dan bij een steengroeve (zonder kade) toch maar om. In Dinan puffen we uit op een terrasje en lopen dan nog even de winkelstraat in, maar we gaan niet meer helemaal naar de vesting boven op de berg. 's Avonds eten we mosselen bij le Saint-Patrick, een restaurantje aan de brug. Het eten is er boven verwachting, je mag er de terrine de maison bijvoorbeeld nog zelf afsnijden, en het ligt zo dicht bij de camper dat we er Kia nog horen blaffen... Vanaf het terras hebben we een mooi uitzicht op de zandbanken in de Rance. Volgens een informatiebord zijn er vorig jaar verschillende geultjes in de plaat in de binnenbocht beneden de stuw gegraven, waarschijnlijk vanwege de natuur. Er liggen ook nog een dam en kribben beneden de stuw om de geul voor de sluis diep te houden. Daar zouden ze op de Franse Maas nog wat van kunnen leren.

Office de Tourisme de Dinan, 6 rue de l'Horloge, 22105 Dinan cedex, tel. 33 (0)2 96 87 69 76 www.dinan-tourisme.com
Icirmon, Espace Performance 3, 35769 Saint Gregoire cedex, tel. 33 (0)2 99 23 69 70 icirmon@wanadoo.fr

Vorige Volgende


© PICARO