Dinsdag 13 augustus 2002

Om 9.15 uur, maar een kwartiertje later dan gepland, rijden we weg. Het is prachtig weer en niet druk op de weg. Eerste pauze tussen Antwerpen en Gent. Ondanks de uitgebreide instructies moeten we nog even uitvogelen hoe alles werkt om koffie te kunnen zetten. Daarna komen we in een langzaam rijdende file terecht. Op de rechterbaan staan de vrachtwagens kop aan kont, we hebben er nog nooit zoveel bij elkaar gezien. Maar zo vaak zitten wij dan ook niet op de weg.

Ondanks andere ervaringen tijdens onze proefrit blijkt het toch mee te vallen om Kia achterin te houden, achter de 'hondenbarriere' die we tussen onze stoelen geplaatst hebben. Meestal ligt ze op haar kussen verwijtend naar ons te kijken, soms gaat ze op een van de banken liggen. Als ze ergens van schrikt duikt ze weer voorin en wil aan onze voeten gaan liggen, maar dat vinden we toch te gevaarlijk.

SAINT VALERY

Om half twee passeren we de Franse grens. Ter hoogte van Arras gaan we van de snelweg af, richting Sommemonding. We merken al snel dat de ‘rode’ wegen in de Michelinatlas het prettigst rijden. Je komt dwars door leuke dorpjes en toch schiet het lekker op omdat je op een voorrangsweg zit. Net voor Abbeville, in Nolette, zien we ‘Cimetière Chinois’ op de kaart staan. Klinkt intrigerend, dus maken we een kleine omweg. Het blijkt een kerkhof voor Chinese soldaten die in de Eerste Wereldoorlog namens de ‘Commonwealth’ tegen de Duitsers gevochten hebben. Het ziet eruit als ieder ander oorlogskerkhof, op de Oosterse toegangspoort en de Chinese inscripties op de stenen na.

Om 18.00 uur arriveren we in Saint-Valery. Bij het binnenrijden van de stad zien we al een bord ‘Stationnement de camping-cars reglementé’. Het centrum blijkt ontzettend druk en bij alle parkeerterreinen staat ‘Verboden voor campers’. Dus volgen we noodgedwongen de bordjes ‘Aire de stationnement de camping-cars’, die ons helaas verder en verder van de boulevard weg leiden.

Het camperterrein blijkt gloednieuw, supernetjes en voorzien van een servicepunt. Maar omdat we de eerste dag nog geen behoefte hebben aan al die voorzieningen zijn we toch een beetje teleurgesteld, we hadden ons een leuker plekje voorgesteld. Voor 3 euro mag je er 24 uur staan, water kost 1 euro extra. We hebben net 3 euro gepast, toch maar eens een europotje gaan aanleggen... Even later blijkt dat we ons parkeerbonnetje niet voor niets achter de voorruit gelegd hebben, oom agent komt op z'n brommer alle campers inspecteren. Zo gauw we stilstaan is het meteen bloedheet binnen, dus de nieuwe raamisolatie maar eens tevoorschijn gehaald. Met iedere mat die we ophangen wordt het merkbaar koeler.

Daarna dalen we op de fiets de heuvel af. Langs de boulevard staan prachtige fin de siècle villa's met mooie tuinen, die Engels aandoen. Erg smaakvol allemaal, zeker voor Franse begrippen. We maken een rondje langs de winkelstraat, de jachthaven en de uitwateringssluizen, die mede verantwoordelijk waren voor de zware overstromingen in het Sommegebied vorig jaar. Kia trekt behoorlijk de aandacht in haar mandje achterop de fiets.

Aan de overkant van de baai kunnen we nog een soort sluis, met een rij campers ernaast, onderscheiden en aan het eind van het fietspad vinden we ook nog een ‘wilde’ camping aan zee. Via een trap sjouwen we de fietsen vervolgens vanaf het strand de berg op, waar tussen de oude vestingmuren snoeperige huisjes staan, omringd door stokrozen en hortensia's. We fietsen nog verder omhoog tot we bij de kapel van Saint-Valery komen, die midden in de weilanden staat. De muren hebben een dambordmotief, gevormd door twee soorten steen. Binnen hangen scheepsmodellen; het is dan ook een zeemanskerk. Weer terug in de stad zien we op meerdere plaatsen doormidden gehakte vuursteen in de muren gemetseld, waarin je vaak nog holtes met kristallen ziet. Dan gaan we terug naar de camper: we zijn vergeten de koelkast van de accu's op gas over te zetten voor we weggingen. We eten ‘aan boord’ en klimmen dan bijtijds in bed.

Volgende


© PICARO