LOGBOEK DECEMBER 2016

 November
2016
 
Januari
2017
Donderdag 1Na Ona wordt het Ebrodal minder spectaculair en helaas wordt het ook weer mistig-grijs weer. Eenmaal in de vlakte belanden we in een landbouwgebied, waar onder meer artisjokken worden geteeld. Nog wat verder naar het westen komen we in de Rioja, en worden het vooral druiven (er hangen er nog opvallend veel aan). Rond de middag stoppen we in het wijnstadje Haro, waar de Rio Oja in de Ebro uitmondt. We lopen eerst een stukje langs de rivier met Tara, en gaan dan eens kijken of je in Spanje, net als in Frankrijk, misschien beter 's middags wat kunt gaan eten. Het stikt hier in ieder geval van de cafés en restaurants, maar blijkbaar is 2 uur nog te vroeg om te lunchen, want als we dan toch maar ergens binnen stappen, zitten we alsnog alleen. De uitbaters zullen wel denken dat we uitgehongerd zijn, want de salade die ik vooraf besteld heb is reusachtig, en Thijs dacht een paar stukjes brood met verschillende soorten beleg te krijgen, maar dat blijkt een half stokbrood met heel veel beleg ;-) En dan krijgen we dus nog een hoofdgerecht (respectievelijk gegrilde lamskoteletjes en stoofschotel van ossenstaart, mjam). Maar culinair gezien waren we de laatste tijd inderdaad wel wat te kort gekomen. Echt jammer dat het hier (in het laagseizoen?) zo ongezellig is om uit eten te gaan, want je kunt dus wel goed eten voor weinig geld. Langs talloze "bodega's" (wijnfabrieken) rijden we vervolgens naar de regiohoofdstad Logrono. Daar maken we eerst weer een wandeling langs de Ebro met Tara. En kijken onze ogen uit naar de enorme boomstammen die hier aangespoeld liggen: blijkbaar kan de Ebro ook flink tekeer gaan! De stad is wel leuk, maar na een rondje hebben we het wel weer gezien en rijden nog een stukje naar het westen. En belanden uiteindelijk op een industrieterrein in Lodosa… (maar wel aan de Ebro).

Vrijdag 2Een trieste dag, niet alleen door het weer, maar ook door een sterfgeval. In afwachting van meer nieuws rijden we naar Arguedas, dat grenst aan natuurpark las Bardenas Reales. Een heuse woestijn, zoals je in westerns ziet, met geërodeerde rode bergen en canyons, maar dan niet van droog zand maar van klei! (In Arguedas is het zelfs zó nat, dat er rijst groeit…) De opzet was om te gaan wandelen, maar honden blijken hier niet los te mogen. Nu mag je er ook (als het niet regent) stapvoets met de camper doorheen rijden, een route van zo'n 30 kilometer. Dus besluiten we dat dan maar te doen. We hebben de hele 'woestijn' voor onszelf, en kunnen voor de verandering zo lang en zo vaak stoppen als we willen bij een bijzondere kleiformatie of ingestort huisje. De weergoden zijn ons alsnog gunstig gezind, want net als we bij het meest spectaculaire stuk komen, een steile heuvel met een 'balancerend' rotsblok erop, trekt de mist op en komt het zonnetje nog even stralend afscheid nemen. Aansluitend rijden we door naar het stadje Tudela. De camperplaats daar is zo nieuw, dat de strepen op het asfalt nog afgeven… Na een klein rondje met Tara gaan we de stad verkennen en wat lekkere dingen inslaan voor het avondmaal.

Zaterdag 3Gisteren écht geluk gehad met het zonnetje: vandaag is het niet alleen grijs, maar regent het ook nog. Dus stoppen we eerst maar bij een centre commercial aan de rand van de stad. We hadden wel eens in een Spáánse bouwmarkt rond willen snuffelen, want tot nu toe hebben we alleen maar Leroy Merlins en Brico Depots gezien, en hier zou een andere moeten zitten, maar die blijkt helaas definitief dicht. Vervolgens rijden we naar El Bocal, aan het beginpunt van het Canal Imperial de Aragon. Dit 110 kilometer lange kanaal langs de Ebro is tussen 1776 en 1790 aangelegd voor het vervoer van goederen en personen tussen Tudela en Zaragoza. Het was de bedoeling dat het onderdeel zou gaan uitmaken van een groter vaarwegenstelsel om de Middellandse Zee met de Atlantische Oceaan te verbinden, maar ook dat is nooit gerealiseerd. Hoewel plannen om de Ebro bevaarbaar te maken zo nu en dan nog eens uit de ijskast gehaald zijn. We dachten dat El Bocal een dorpje was, maar het blijkt een soort park, tussen het huidige kanaal en een ouder (irrigatie)kanaal, La Acequia Imperial, uit de 16e eeuw, in. Er staan diverse fraaie gebouwen, variërend van voormalige pakhuizen tot deftige dienstwoningen. Dankzij het slechte weer hebben we dit bijzondere complex helemaal 'voor onszelf'. Het eerste sluisje van het kanaal, waar je vanuit de Ebro net boven de stuw ('presa') onder een rond bruggetje door in kon varen, blijkt helaas gedemp. Er stroomt echter wel flink water door het kanaal, onder het naast de sluis gelegen 'Casa de compuertas' door. Ondanks de borden komen we er niet helemaal uit, hoe alles hier vroeger zat en liep. En dat blijft ook zo als we een stuk verderop langs het kanaal naar een moderne sluis gaan kijken. Of liever gezegd een waterkrachtcentrale met een soort sluisje ernaast. Want vreemd genoeg kunnen we, zowel ter plekke als op internet, geen enkel spoor van eventuele oude sluizen in dit stuk kanaal vinden. Het tweede moderne (lelijke) sluisje slaan we, mede vanwege het koude en natte weer, maar over. De volgende locatie is echter zeer de moeite waard. Deze (picknick) plek wordt El Caracol, de slak, genoemd, vanwege een toren met wenteltrap waarmee je vanaf het grondniveau op het aquaduct over de rivier de Jalon kon komen. En wat voor een aquaduct, het lijkt de Chinese muur wel, zo hoog, lang en zwaar gebouwd! Omdat de trap afgesloten is, lopen we via de helling naar boven. Tot onze verrassing blijkt het aquaduct bijna droog te staan, waarschijnlijk voor inspectie: aan de bovenzijde wordt door een kraan een dam van klei aangelegd. Omdat het inmiddels bijna donker is, keren we maar terug naar de camper. Dat is toch wel een groot nadeel van 's winters op vakantie gaan, al is het hier dan gelukkig nog een uurtje langer licht dan in Nederland.

Zondag 4De hele nacht hebben er vrachtwagens langs de camper gereden, en hebben we de lichtjes van de kraan zien bewegen. Als we 's morgens gaan kijken blijkt de dam alweer grotendeels weg gehaald, en kolkt het water flink door het aquaduct. Aan de overzijde van de rivier stroomt een groot deel van dat water via een overloop ('Almenara de San Martin', het lijkt wel een waterval!) het kanaal weer uit. Het laatste stukje dam kalft dan ook hard af… vindt ook de kraanmachinist, die er zich veiligheidshalve maar door een vrachtwagen af laat trekken ;-) Daarna rijden we naar Zaragoza. Daar moet vandaag rommelmarkt zijn, maar we krijgen de locatie niet gevonden, en met dit natte weer zullen er ook wel niet zo veel standhouders op komen dagen. Onderweg passeren we het vliegveld. Ik had overwogen vanuit Zaragoza naar Nederland op en neer te vliegen, maar er blijken geen rechtstreekse vluchten te zijn. En het was ook wel een hele onderneming geworden. Dus zeggen we het maar met bloemen… In Zaragoza hebben we ons maar eens op de camping geprogrammeerd, vanwege de wasmachines en douches. De navigatie leidt ons echter steeds verder het centrum in, tot we in straatjes komen waarvan je zegt, 'Nou, als je dat met een caravan moet doen…' Als we onze bestemming bereikt hebben, is daar echter helemaal geen camping: blijken er in Zaragoza twee straten met de naam San Juan Bautista… De tweede ligt een end buiten de stad, maar wel aan het kanaal. Dus als we ons geïnstalleerd hebben stappen we op de fiets. Maar zonder hond, omdat ze hier in de stad waarschijnlijk weinig los kan. Het eerste kunstwerk waar we langs komen is de tweetraps(kom)sluis van Casa Blanca. Met daarnaast een molen (nu waterkrachtcentrale) en de 'fontein voor de ongelovigen', aangelegd door ingenieur Pignatelli voor de mensen die niet in zijn kanaalproject wilden geloven. De volgende stop is een aquaduct ('El Ojo del canal') over de Rio Huerva. Op oude prenten lijkt hier, bij de 'Almenara de Nuestra Señora del Pilar' net zo'n hoge (waterval-)overloop te zijn geweest als bij het aquaduct over de Rio Jalon, maar nu is er weinig bezienswaardigs meer aan. Verderop in de stad passeren we nog diverse dienstgebouwen en staan dan opeens op een spiksplinternieuw pont-canal over de autoweg. Het oude, gedempte, aquaduct ('barranco de la muerte') ligt er nog naast, en dient nu als voetgangersbrug. Weer wat verder krijgen we nog een 'hoogtepunt' van het Canal Imperial: de 'Esclusas de Valdegurriana', een viertraps(kom)sluis met een verval van 13 meter. Bijzonder is dat alle stenen van de sluismuren genummerd zijn: dat zou tegen diefstal gedaan zijn. Beneden deze sluizentrap verandert het kanaal echter in een zielig betonnen gootje en wordt de omgeving troosteloos. Twee kilometer verderop zou de ruïne van de drietrapssluis van Torrecilla moeten liggen, maar daar kunnen we niets van terug vinden. Behalve dan een minitrapje in de betonnen goot… kortom, een triest einde voor dit 'imperiaal' kanaal. Officieel moet het nog 20 kilometer doorlopen, maar we gaan er maar vanuit dat die betonnen goot niet opeens weer een mooi stuk kanaal zal worden. En een kanaal zonder sluizen… Een bord wijst ons erop dat hiervandaan een fietspad naar de Ebroroute loopt, dus besluiten we daar maar langs terug naar de stad te fietsen. Veel is er niet te zien aan de rivier, tot we bij een (beweegbare) stuw komen: hé, dat lijkt wel een sluisje aan de overkant… inderdaad! Het ziet er behoorlijk nieuw uit, en lijkt ongeveer van spitsenmaten. (Al zul je er qua ligging en diepte maar moeilijk in, door en uit komen…) Iets verderop ligt een mooie oude boogbrug in de Ebro, met op de achtergrond de Nuestra Señora del Pilar met z'n kleurige daken. Jammer dat het zo'n grauw weer is. Op het plein voor de kathedraal is een kerstmarkt, waar we eerst maar eens wat te eten nemen, want zo te voelen hebben we een behoorlijk end gefietst. Daarna bezoeken we zowel de Nuestra Señora del Pilar als de kathedraal (Seo) en doen aansluitend een rondje stad, waar het gezellig druk is. Ik was ook graag nog naar het moorse Aljafería paleis gegaan, maar dat ligt hier een stukje vandaan. En inmiddels begint het ook donker te worden en hebben we nog een flinke fiets & zoek tocht naar de camping voor de boeg…

Maandag 5Als wijzelf en de was schoon en droog zijn, gaan we het platteland maar weer opzoeken. Er is nog genoeg te bezichtigen in Zaragoza, maar Tara was gisteravond toch wel een tikje gestrest toen we terug kwamen, dus we gaan haar hier niet nog eens zo lang alleen laten. Bij het verlaten van de stad passeren we diverse nieuwe winkelcentra, over een paar jaar zullen de binnensteden hier dus ook wel 'leeglopen'. Bij El Burgo de Ebro ligt een (vaste) stuw, dus zoeken we een mooi parkeerplekje langs de dijk en fietsen dan door de uiterwaarden richting stuw. Tot onze verrassing is die niet afgesloten met hekken, maar helaas ligt er geen sluis naast. Nadien lezen we, na lang zoeken, dat de stuw ('El azud') en sluis (ca 30 bij 6 m) in Zaragoza speciaal voor de wereld water-expo in 2008 zijn gebouwd. Omdat het vandaag prachtig weer is, fietsen we nog maar een stukje verder om een 'poedelplekje' voor Tara te vinden. Onderweg wordt het pad geblokkeerd door een kraanwagen die bezig is een auto uit een greppel te trekken, maar de mannen van het garagebedrijf sjouwen onze fietsen er wel even langs (terwijl Tara intussen al op de kraanwagen rondhuppelt ;-). Daarna rijden we naar het dorpje Velilla de Ebro. Daarbij komen we nog langs Fuentes de Ebro, waar het het eindpunt van het Canal Imperial de Aragon zou zijn, maar in het voorbijrijden kunnen we in ieder geval niets ontdekken wat op een kanaal lijkt. In Velilla zou een oude watermolen moeten zijn, maar die blijkt té gerestaureerd. Bovendien kunnen we in de smalle dorpssstraatjes geen overnachtingsplekje ontdekken, dus verder maar. Uiteindelijk stranden we in het dorpje Alforque, waar de weg door het Ebrodal wegens werkzaamheden afgesloten blijkt. Een poging om op het kerkplein te komen eindigt in een héél smal straatje. Gelukkig is er een stukje terug een piepklein pleintje, waar we net rond kunnen, zodat we niet het hele end achteruit moeten. Dan maar Sinterklaas 'vieren' bij het dorpszwembad.

Dinsdag 6De dag begint koud en mistig. Een man die het zwembad met hout komt bevoorraden, biedt heel vriendelijk aan om in het bijgebouw de kachel voor ons aan te maken, omdat het in de camper vast heel koud is. Hij weet ook te vertellen dat er verderop wel gewerkt wordt aan de weg, maar dat we er gewoon langs kunnen. Dus vervolgen we onze route door de Ebrovallei richting Caspe, waar de volgende stuwdam (zonder sluis) is. Volgens de kaart een mooi plekje, maar helaas ligt het er vol zwerfvuil. Tot nu toe is Spanje opvallend schoon, waarschijnlijk doordat op iedere straathoek drie containers staan, maar hier zitten die overvol. Waarschijnlijk ligt er ook een dood beest, want Tara komt met een bruin-oranje nek en rug terug. We gaan er vanuit dat dat van de okerkleurige grond is, maar voor de zekerheid wassen we haar toch maar… met ons kostbare drinkwater. En natuurlijk was ze vanmorgen net gedruppeld tegen teken. Inmiddels zijn de plannen herzien. Onze aflossers gaan niet vandaag, maar zaterdag uit Nederland vertrekken. En het 'autoruilpunt' wordt niet een bergdorpje ten noorden van Barcelona, maar een kustplaatsje ten zuiden van Valencia. Dus verlaten we de Ebro en buigen af naar het zuiden. Hadden we de Ebro gevolgd, waren we alsnog twee sluizen tegen gekomen, bij Flix en Xerta. Bovendien is er aan de monding, bij Amposta, nog een stukje kanaal. Na een paar kilometer zijn we opeens uit de mist en is het schitterend weer. Hoewel de weg naar Alcaniz niet 'groen' is op de kaart, is het een mooie route. We laten het bergstadje echter links (of beter gezegd: rechts) liggen, en rijden door naar het stuwmeer van Calanda, aan de Rio Guadalope. Waar we weer een mooi plekje aan het water vinden. Of eigenlijk: in het water, want op Google Earth staan we ver in het meer. Maar dat staat nu bijzonder laag, en de rivier staat zelfs droog. Voor we gaan lopen, kijken we eerst maar eens wat er op de borden staat. Niet dat je er niet mag kamperen, maar wel dat je je bootje moet desinfecteren vanwege een ongewenste mosselsoort. De droog gevallen oevers liggen er inderdaad vol mee. Verder staat het er vol akelige klittenplantjes. Tara trekt de harde bolletjes zelf van haar poten (waarbij ze zo heftig rukt dat ze bijna omvalt ;-) maar voor haar oren is er helaas maar één remedie: de schaar…

Woensdag 7Na een ochtendwandelingetje langs het meer rijden we weer een stuk naar het zuid-oosten. Onderweg veel resten van opgedoekte spoorwegen (losse viaducten, half ingestorte stationsgebouwen), waarschijnlijk uit een mijnbouwperiode, en overal boerderij-ruïnes. Het is weer prachtig weer, maar langs de weg zijn nergens parkeerplaatsen, en als we dan eens ergens kunnen staan is de omgeving weer net niet geschikt om Tara te laten rauzen. Uiteindelijk vinden we 's middags toch een mooi plekje bij een verlaten boerderij. Na een veldwandeling rijden we verder naar Peracense, waar volgens de folders van de VVV in Zaragoza een imposant kasteel moet liggen. Want nu we geen 'blauwe draad' meer hebben om het Spaanse binnenland te verkennen, moeten we maar 'gewone' bezienswaardigheden gaan opzoeken… Bezienswaardig is het kasteel zeker, zoals het oprijst uit de rode rotsen en uitkijkt over het in mist gehulde dal. Van binnen is het groter dan het van buiten lijkt. We zijn de laatste bezoekers: na ons gaat de deur op slot, en blijven we in ons uppie op de berg achter.

Donderdag 8Brr… 5 graden in de camper als we wakker worden, en buiten is de grond wit berijpt. Maar we zitten hier dan ook op ruim 1200 meter hoogte. Het dekbed is warm genoeg 's nachts, maar voor ik daar 's morgens onderuit kom, moet Thijs wel de kachel aan gemaakt hebben ;-) Na het ontbijt lopen we de heuvel op, vanwaar we een prachtig uitzicht op het kasteel hebben. De top is begroeid met rozemarijnachtige struikjes en daartussen ligt het vol grillige dode takken. Omdat we nog nergens een leuk 'souvenir' gezien hebben (het valt in dit land écht niet mee een bijdrage te leveren aan de economie…), besluit ik er maar een stel mee te nemen om een krans o.i.d. van te maken. Daarna maken we nog een wandeling om het kasteel. Tara loopt nu eens voor ons, dan weer achter ons, meestal ergens naast ons door het struikgewas, maar op een bepaald moment zijn we haar toch echt kwijt. Als we na een tijdje wachten en roepen nog steeds geen hond zien, word ik toch een beetje ongerust: als ze hier ergens in een kloof gevallen is, vind je haar nooit meer terug… Uiteindelijk besluiten we ons maar op te splitsen: Thijs gaat vooruit over het pad, en ik terug. Na een minuut of tien komt ze opeens uit de richting van het kasteel aangeslenterd. Kia had met haar hele lijf gekwispeld van blijdschap dat ze ons weer zag, maar Tara rent meteen weer door, achter het volgende spoor aan… Vanaf het kasteel klinken kinderstemmen, dus waarschijnlijk is ze daar gaan kijken. Want als we terug op de parkeerplaats komen staat het daar tot onze verbazing stampvol. Blijkt vandaag een feestdag te zijn in Spanje, en met het weekend erachteraan trekken veel mensen er natuurlijk op uit. Terug in het dal besluiten we ons geluk dus maar eens te gaan beproeven in een dorpscafé annex restaurant, waar diverse auto's en fietsen voor staan. We kunnen er inderdaad eten… om half drie. Hoewel dat nog wel even duurt besluiten we te wachten. Tegen die tijd zijn alle andere bezoekers echter weer vertrokken. Maar we hoeven deze keer toch niet alleen te eten: aan het tafeltje naast ons zitten de eigenaar en zijn vrouw… Vervolgens rijden we naar het vestingstadje Albaraccin, dat nog helemaal 'in oude staat' is. We zijn er bepaald niet de enigen maar het parkeerterrein is daar wel op berekend. Na een rondje door de oude straatjes, waar de huizen aan de bovenkant elkaar bijna raken, en aan de onderkant fraai smeedwerk op ramen en deuren hebben, beklimmen we de vestingmuur. Letterlijk: je mag overal komen en klauteren waar je wil, nog nergens hekken, relinkjes of verbodsbordjes. Over de bovenkant van de muur kun je naar een wachttoren lopen. Daar blijkt geen vloer in te zitten, maar via een smal richeltje kun je op het volgende muurgedeelte komen. Nu heb ik best wel hoogtevrees, maar vooruit, aan het eind van de muur is weer een trap omlaag. Die blijkt echter niet bereikbaar doordat je niet langs de volgende wachtoren kunt, zodat ik g.v… nog een keer over dat akelig smalle randje moet :-( Als we weer vaste grond onder onze voeten hebben begint het behoorlijk donker te worden, en lijkt het dorpje in het dal net het diorama uit de Efteling.

Vrijdag 9Na een wandeling door het dorp gaan we terug naar een dalletje wat we gisteren in het voorbijrijden gezien hebben, en wat ook op Google Earth aardig Tara-proof leek. Dat wil zeggen geen wegen in de buurt, want madame heeft zich inmiddels tot een echte vrijbuiter ontwikkeld. Dat gaat nog wat worden na de vakantie… Het pad blijkt een droge rivierbedding, die eindeloos door lijkt te lopen. Af en toe vinden we een oud stuk bot, en het enige spoor van beschaving is een grot die waarschijnlijk ooit door een herder bewoond is. Als de hond zich voldoende geamuseerd heeft, gaan we richting Teruel, de provinciehoofdstad. De camperplek ligt wel een endje van het centrum, maar het is goed te lopen. De stad wordt doorsneden door een kloof, met een mooie brug erover. Na een rondje stad, bekend om de vele bouwwerken in Mudejarstijl (stadspoorten, kathedraal, parktrap), bezoeken we nog het verrassend leuke provinciaal museum. Teruel staat eveneens bekend om z'n ham, maar helaas ook om z'n koude klimaat, dus hebben we geen zin om tot negen uur rond te blijven lopen. Bovendien heb ik vanavond een telefonische vergadering. Maar als we op de terugweg langs een restaurantje komen waar het vol hangt met hammen én om half acht al vol zit met mensen is de verleiding te groot…

Zaterdag 10Vandaag hadden we eigenlijk weer een vergadering in Nederland, maar in plaats daarvan rijden we via het dal van de Riu Turia naar het zuiden en duiken vervolgens de bergen in. Hoewel de weg 'geel' is op de kaart, wordt die hier en daar zo smal dat ik blij ben dat we nauwelijks ander verkeer tegen komen. Verder krijgen we kromme tunneltjes, haarspeldbochten waar de camper zich kreunend en steunend door naar boven worstelt, netten over de weg tegen vallend gesteente en een hoge brug over een smal dal. Al met al een mooie route, maar niet zo geschikt voor campers, vind ik. Al sta ik daar blijkbaar alleen in, want in een bergdorpje is warempel nog een camperplaats. Aan de andere kant van het gebergte komen we in een andere klimaatzone, niet alleen vanwege het prachtige weer, maar ook doordat de plantengroei steeds mediterraner wordt: agaves, cactussen, olijven, bloemen… Ons overnachtingsplekje wordt een bijna droogstaande rivierbedding, bij het plaatsje Domeno. Aan de picknicktafels te zien staat het water hier ook wel eens wat hoger. Op de helling boven ons moet een kloosterruïne liggen, maar daar komen we niet meer aan toe omdat Thijs voor z'n ouders, die inmiddels onderweg zijn, een hotel moet boeken. En natuurlijk wil de internetverbinding hier niet, zodat we het dal weer even uit moeten rijden.

Zondag 11We beginnen de dag met een lange wandeling door het rivierdal, waar zich ook nog een watervalletje in blijkt te storten (vanuit een stuwmeer). Een zonnige helling staat barstensvol cactusvijgen, maar ik herinner me nog maar al te goed hoe lang ik laatst last heb gehad van één zo'n minuscuul stekeltje… Als we vervolgens richting Valencia rijden komen we eindelijk in de sinaasappel- en citroenboomgaarden terecht. Verder blijken er massa's kaki's verbouwd te worden (geen wonder dat die hier zo goedkoop zijn: de grond ligt ermee bezaaid) en zien we granaatappels, dikke zwarte olijven, wat late meloenen… tjonge, misschien hadden we toch wat eerder deze kant op moeten gaan! Maar bij het naderen van de kust wordt het landschap rommeliger, en als we op de afgesproken plek aankomen krijgen we de neiging meteen weer het eenzame binnenland in te rijden: een afgesloten terrein, waar de (vooral Nederlandse) campers strak tegen elkaar aan staan, tafeltjes en stoeltjes ervoor, te blote bruine blonde mensen erin… Als we een tijdje moed hebben staan te verzamelen rijden we toch het terrein maar op: weer een keer kunnen douchen en wassen is ook wel prettig. Maar eerst even naar het strand met Tara. Vanwege de vele katten die hier rond lopen zetten we haar maar meteen in de fietsmand. Aansluitend fietsen we nog een rondje door Platja de Tavernes de la Valldigna. Dat blijkt een volledig uitgestorven verzameling betonkolossen, waar alles gesloten is. Dan maar een noodmaaltijd uit blik, onze vitamines hebben we vandaag toch wel binnen gekregen ;-)

Maandag 12Terwijl Thijs op zoek is naar een supermarkt en Tara buiten (aan de lijn) katten zit te bestuderen, probeer ik het interieur van de camper hondenhaarvrij te krijgen. Aansluitend maken we samen de buitenzijde nog een paar tinten lichter. Daarna hebben we wel een fietstochtje door de sinaasappelboomgaardjes verdiend. Als we terug komen blijken onze aflossers net gearriveerd.

Dinsdag 13Onrustig nachtje: Tara probeert nu weer eens bij oma, dan weer bij opa in bed te kruipen, want de een ligt op haar bank en de ander op de plek waar haar mand stond. En wij liggen in ons hemelbed te stikken van de hitte, nu de kachel 's nachts aan moet blijven… Na het ontbijt verkassen we naar het dorpje Xeraco, waar we dichter bij het strand kunnen staan, en wat meer privacy hebben. Tara is de hele dag uit haar doen, vanwege die indringers in háár camper. Terwijl wij met opa een strandwandeling maken, gaat oma in de camper aan de slag. Als we terug komen blijkt dat wíj nu de indringers zijn: alles wat van ons is, of zou kunnen zijn, staat naast de camper in het zand… Tijdens de lunch maakt een passerende visser een eetgebaar. Omdat we denken dat hij ons smakelijk eten wenst, zwaaien we vriendelijk terug, maar hij loopt naar z'n auto en haalt daar een paar zálige navelsinaasappels uit voor ons. 's Middags rijden we naar het stadje Cullera, om boodschapen te doen en even rond te kijken in een van de Asia-shops waar het hier overal van stikt. 's Avonds gaan we in Xeraco paëlla eten, dat oorspronkelijk uit deze streek (Valencia) komt. Natuurlijk zitten we weer als enigen in het restaurant. Hoewel we voor de zekerheid 's middags al gereserveerd hadden, is de hoeveelheid schaaldieren wat karig. Waarschijnlijk hadden we ook niet de paëlla de marisco, maar de échte, met konijn moeten nemen.

Woensdag 14Opa en oma hebben aangeboden op Tara te passen, zodat wij een dagje naar Valencia kunnen. We hebben ons geprogrammeerd op de overdekte markt, maar omdat die midden in het drukke stadscentrum ligt, duiken we zodra we op loopafstand zijn maar de eerste de beste parkeergarage in. Die blijkt van een supermarkt te zijn. Nou ja, kunnen we straks meteen boodschappen mee nemen en dan zien we wel wat langdurig kortparkeren kost. De 'mercado central' is niet alleen (letterlijk) een opeenstapeling van heerlijkheden (vooral de geroosterde zoete pompoenen, blijkbaar een lokale specialiteit, zien er zalig uit) maar ook een prachtig gebouw. Daarna zwerven we wat rond door de stad, leuke winkeltjes en mooie gebouwen bekijkend, tot we voor een opvallend gedecoreerde gevel staan. Dat blijkt het keramiekmuseum, waar ik natuurlijk wel even rond wil kijken. Vervolgens wandelen we (het is schitterend weer) naar de botanische tuin, onderweg gevulde broodjes van de markt etend. De bakker blijkt er nog wat extra sneetjes geroosterd brood met knoflook bij gedaan te hebben, mmjam. De botanische tuin is super onderhouden, net als de vele katten die er rondluieren. Aansluitend lopen we via de bedding van de Rio Turia terug. Vanwege een paar desastreuze overstromingen is de Rio Turia om de stad heen geleid, en is het rivierbed tot een groot park getransformeerd. Hoewel er in Valencia nog veel meer te zien is, gaan we daarna toch maar de auto opzoeken, want morgen beginnen we aan onze lange terugreis: van Xeraco is het al meer dan 400 kilometer naar Barcelona…

Donderdag 15Na het ontbijt en de laatste in-propronde (Tara ligt tussen ons beddegoed, een tas met takken en 18 kilo sinaasappels ingeklemd ;-) gaan we eraan beginnen. Het is vandaag maar grijs en fris, zodat we bij de eerste stop voor een warme lunch gaan. In de namiddag doen we nog een keer koffie in Spanje, en voor we in Frankrijk zijn is het al donker. Ons einddoel is Beziers. We overnachten er in een F1 hotel en eten bij de ernaast gelegen Buffalo Grill. Voor beiden waren we gewaarschuwd, maar och, meer dan een bed, plekje voor Tara en een warme douche hebben we niet nodig, en het eten valt reuze mee.

Vrijdag 16Als het mooi weer geweest was, waren we waarschijnlijk nog wel even via Frontignan gereden, waar we dit hele jaar nog niet geweest zijn, maar het is koud en mistig. Bovendien weten we al dat onze volgende reis weer naar Sète gaat! Voor de verandering rijden we eens via Clermont Ferrand. Door de nevel zien we helaas nauwelijks wat van het viaduct van Millau, maar het is desondanks een veel mooiere route dan de 'autoroute du soleil'. In de middag krijgen we er toch nog soleil bij, en als we dan ook nog de naam Montluçon Canal de Berry zien, is het weg van de snelweg. In theorie hadden we vannacht Terneuzen nog wel kunnen halen (want eigenlijk hadden we zaterdag weer 'n vergadering…), maar er werd gisteravond op tv al gewaarschuwd voor een drukke spits in Parijs, vanwege het begin van de kerstvakantie, en om daar nou willens en wetens in te duiken… Bovendien heeft Tara gisteren de hele dag braaf geslapen, maar is ze vandaag wel weer aan wat beweging toe. Dus wordt het een lange pitstop in Vallon-en-Sully. Waar we een mooie wandeling langs het kanaal maken, tot de eerstvolgende sluis, en dankbaar gebruik maken van de picknicktafel bij een gereconstrueerde Berrichon. Er blijkt ook nog een kanaalmuseum in de buurt, maar dat bewaren we maar voor een eventuele volgende reis. Aansluitend volgen we het kanaal nog een klein stukje, dat hier eens 'vaarklaar', en daar weer volledig gedempt blijkt. Onze overnachtingsplek wordt Orleans, waar ik ook altijd al graag eens heen gewild had, maar eenmaal in het hotel hebben we het wel gehad.

Zaterdag 17De periférique is met een tomtom ook geen 'kunst' meer. Bovendien mag vandaag maar de helft van de Parijse auto's rijden vanwege smogalarm (achteraf bezien natuurlijk niet zo slim van die Fransen om alle snelwegen via Parijs te laten lopen…). Naar Terneuzen is toch wel een stukje korter dan naar Den Bosch, dus voor we het weten zijn we alweer aan boord. Waar gelukkig alles in orde blijkt, zodat we morgen meteen richting thuishaven kunnen vertrekken, voor de kerst.

Zondag 18tot en met 28 december 2016. Daar gearriveerd mag Thijs weer per ov terug naar Terneuzen reizen om de auto op te halen. Een zelfrijdende auto zou toch wel handig zijn! Onze laatste 'vrije' week is goed gevuld met klussen, bezoekjes, boodschappen, en koude fietstochtjes naar de Maas met Tara. Want na duizenden kilometers relaxed mee gereden te zijn, begon ze bij het eerste het beste korte ritje meteen weer te bibberen, in de veronderstelling dat we naar de uiterwaarden gingen. Voordeel van dat 'plaatsgebonden gedrag' is wel, dat ze aan boord niet op de bank springt, want we na al die weken gedoogbeleid in de camper eigenlijk wel verwacht hadden. Omdat we de 28e moeten laden, en het de familie ook beter uitkomt, vieren we al op 24 december kerst met de zussen, voor de verandering met een bbq. Eerste Kerstdag bij broer, en Tweede Kerstdag gaan we op weg naar Stein… om bij sluis Lith prompt weer voor dubbel rood te struikelen. Oeps, daar hadden we niet op gerekend, dat er vandaag niet geschut wordt op een Nederlandse hoofdvaarweg. Beginnen ze de volgende dag ook nog eens met de afvaart, terwijl er twee schuttingen opvaart liggen. Desondanks komen we nog in Stein, en zelfs nog geladen, en zelfs nog in Maastricht! Waar onze buurtjes, ook al vroeger dan gepland geladen, al liggen te wachten. Even ziet het ernaar uit dat ik nog een dagje op koopjesjacht kan omdat de buren een monteur verwachten, maar als dat niet doorgaat, gaan we 's middags nog aan onze reis naar de Middellandse Zee beginnen.

Donderdag 29tot en met woensdag 25 januari 2017. Dat begint al goed… Als Thijs op sluis Andenne Tara bovenaan de sluistrap op de wal wil zetten, draait ze zich zo ongeduldig van zijn schouder af, dat ze een paar meter omlaag kukelt en op het achterdek belandt. De rest van de dag is ze extreem rustig (en ik extreem ongerust…) maar de volgende morgen is ze gelukkig weer helemaal de oude. Omdat er maar weinig vaart is rond de feestdagen, schieten we lekker op. Met de jaarwisseling liggen we al in het canal du Nord - waar het op nieuwjaarsdag werkelijk stervenskoud is. De dagen daarna wordt de gevoelstemperatuur wel weer wat hoger, maar de watertemperatuur helaas steeds lager… Met als gevolg dat we een week later in Vitry ingevroren liggen, samen met een derde schip met bestemming Sète. Na drie dagen komt de ijsbreker langs en kunnen we weer verder. Nu het gebroken is, minder vriest, en we een peloton sluismeesters mee krijgen, hebben we eigenlijk niet veel oponthoud meer van het ijs. Maar wel van het besluit van de regionale chef dat er maar van 8 tot 17 uur geschut wordt. Iedere dag maar 9 uur varen, in plaats van 12, is toch een heel verschil. Daardoor doen we zo lang over die 220 kilometer kanaal, dat intussen de volgende vorstperiode aanbreekt. Met de hakken over de sloot komen we er uit. Onderweg is Tara voor tweede keer loops geworden, wat vast een kwelling moet zijn voor onze arme oude buurhond. In Loire-sur-Rhône valt hij ook nog eens tussen bunkerstation en schip, als de loopplank wegglijdt. 's Avonds in Valence neemt Tara ook een koud bad in de Rhône: het zit de hondjes niet mee deze reis. De volgende dag mag ze echter een pandje meevaren met haar beste vriendin. Kunnen de dames even stoeien, ter compensatie van die hond-onvriendelijke Rhônesluizen. En eenmaal op het canal du Rhône à Sète kunnen we weer lekker fietsen (en ratten jagen…), mede dankzij al die mooie nieuwe aanlegplaatsen. Net voor we in Frontignan arriveren maken we nog maar een hondenstop aan het (stenen)strand. Op hét (schelpen)strand komen we deze ronde helaas niet, daarvoor is ons verblijf in Frontignan te kort. Gelukkig hebben we nog wel tijd voor een paar struintochtjes langs de étang (een plek die ik waarschijnlijk altijd met Kia zal blijven associëren…), een mega-mossel-maaltijd en een gezellige lunch in een brocante, voor we weer rechtsomkeert maken.

 November
2016
  
 Januari
2017
print-versie