LOGBOEK MEI 2007

 April
2007
 
Juni
2007
Dinsdag 1De buren vragen of we zin hebben om mee in Auxerre te gaan lunchen. Daar zeggen we geen nee tegen! Buurman is er 25 jaar niet meer geweest. Vroeger laadde hij regelmatig in Auxerre of in het Canal du Nivernais voor Rouen, waar toen soms meer dan driehonderd geladen spitsen lagen… Nu is er in deze hoek helemaal geen bedrijfsvaart meer. Zoals gewoonlijk staat er op de toeristische borden en folders dat de vrachtschepen de vaarwegen 'verlaten' hebben, maar het zijn natuurlijk de verladers en vaarwegbeheerders die de binnenvaart in de steek gelaten hebben. Als we ons buikje vol hebben, rijden we met hier en daar een korte stop langs het kanaal naar Vermenton, wat een Engelse kolonie blijkt. We besluiten ons uitstapje met een reuzegezellige 'vide grenier' in het dorpje Cravant.

Woensdag 2Een mooi reisje: Brienon -Walsoorden, 237 ton, over 250 ton betaald, en nog leuk betaald ook. MAAR: pas de 14e laden en de 24e aankomen! Dus maar weer bij de bevrachter bedelen, zoals Thijs het inmiddels noemt, of we niet eerder kunnen laden. Wanneer dan? Nou, morgenmiddag bijvoorbeeld? Dat kan, maar eerder lossen niet. Een beslissing nemen wordt ons bespaard: 'Dan wil ik die reis toch wel doen', zegt de buurman, en neemt dus de telefoon maar van ons over. Voor de buren komt die lange losdatum perfect uit: kunnen ze dit weekend gaan stemmen, volgend weekend thuis liggen voor een bruiloft… En ze staan nu eenmaal voor ons. 's Avonds brengen we de auto na, en moeten als dank blijven eten. De silo van Brienon blijkt gloednieuw en gigantisch. Maar volgens de buurman kom je ook echt geen meter verder meer het Canal de Bourgogne in.

Donderdag 3Nu bakboord weer vrij is, verzetten we aan stuurboord onze touwen naar de kleine bolders, zodat we de bolderkasten eens onder handen kunnen nemen: er komt hier toch niets langs, laat staan langszij, en de kans dat we binnen twee dagen nog moeten afstoppen is nu wel heel erg klein. Bovendien wordt er voor morgen zon voorspeld. Dus ga ik 's middags ook de roef maar vast schuren.

Vrijdag 4Een hoop werk opeens, maar vooral van de Seine, en met eindeloze melddatums. En drie Migennes- Herent. Een onhandige silo om te laden, een vervelend bedrijf om te lossen, maar wel de enige aanbieding zonder laad- en losdatum. Maandag laden dan graag. Njet: dinsdag is een feestdag, en maandag heeft de silo een overbruggingsdag. Woensdag laden dan maar, in vredesnaam, want begin volgende week komt er vast geen ander werk. Maar dat houdt in dat onze aankomstdatum ook weer twee dagen opschuift, en dan is het jawel, een feestdag, met aansluitend, jawel, een overbruggingsdag. Zaterdag aankomen dan maar. Maar dan willen we ter compensatie wel nog een beetje meer vracht. Dat blijkt geen enkel probleem (shi.., hadden we meer kunnen vragen ;-) maar dan zitten we er dus aan vast. Waar we ook aan vast zitten is onze geschuurde, onstofte, ontvette en bijgeplekte roef: het zonnetje doet vandaag inderdaad z'n best, maar er staat ook een stormachtige wind.

Zaterdag 5Nog steeds harde wind, en een donkere lucht op de koop toe. In de loop van de middag gaan we, op hoop van zegen, toch de roef maar verven, want het weerbericht voor komende week belooft helemaal niet veel goeds. Dus Thijs voorop, en ik met doek en white spirit er achteraan om de weggewaaide druppels uit het gangboord te vegen…

Zondag 6Ja hoor, zonnig, windstil… maar nu ben ik het verven hoe dan ook beu. Niet alleen vanwege dat treiterweer, maar ook vanwege het voortdurend op m'n knieën zitten, m'n zere handen van het schuren en schoonmaken… Dus stippelen we met behulp van de elektronische kaart een leuke route uit en gaan, na een kort bezoek aan een oude auto- en motorenverzamelaarsmarkt, lekker in het bos wandelen, siësta houden, barbecuen…

Maandag 7Daarboven moet iemand toch wel een gruwelijke hekel aan ons hebben: vanaf het moment dat we in sluis Laroche het dak er af pakken, tot we achteruit in de volgende sluis opschuttend de stuurhut er weer opzetten, regent het. De nieuwe betimmering blijkt in ieder geval goed dicht: de radio en marifoon staan met hun voetjes in het water…

Reactie van
bas
Het dak gaat er bij jullie letterlijk en figuurlijk af he…

Dinsdag 8We waren eigenlijk van plan geweest vandaag een stuk langs het Canal de Bourgogne te gaan fietsen, maar het waait zo hard, dat heen misschien wel leuk is, maar terug bepaald niet. En je moet hier toch wel een eind het kanaal in, wil het wat minder recht en saai worden. Dus brengen we de dag maar door met kleine klusjes.

Woensdag 9De vorige keer dat we hier laadden staat nog in ons geheugen gegrift. 'Kloink!' hoorden we, toen de silobaas de lopende band startte, en de vastgevroren V-riemen sprongen door het ruim. Dan maar onder de andere pijp (waar een spits met hoge den zonder ballast niet eens onder was gekomen). Die laadinstallatie bleek het ook niet te doen, dus maar weer achteruit naar de eerste pijp, waar inmiddels een monteur bij was. Leeg kom je daar net tegen de wal, maar tijdens het laden moet je geleidelijk een meter of twee afhouden, om niet omhoog te komen zitten. Dus maar een touw naar de overkant van het kanaal gezet. In die zeven jaar blijkt er niets veranderd. Zelf hebben we gelukkig inmiddels een kopschroef, wat, zeker nu het jachtseizoen begonnen is, toch een makkelijkere oplossing is om uit de wal te blijven. De controleur, die met een heus rijdend laboratorium naast het schip staat, zegt ook nog nooit zo'n primitief zooitje gezien te hebben. Na verloop van tijd kan hij niet meer aan boord om monsters te nemen, zodat Thijs dat maar moet doen. De monsterpijp is net lang genoeg om bij zijn emmer te komen. Maar binnenkort moet alles beter worden: 'Want nu hebben we Sarkozy!' Dat grapje hebben we deze week al vaak gehoord…

Donderdag 10Maandagmiddag was de stuurhut, hoe kan het anders na zo'n voorwas, echt superschoon. Maar tijdens het laden hadden we nog steeds een stormachtige wind van voren. Het gevolg laat zich raden. Het gerststof bleek tot in bed te liggen. Zucht…

Vrijdag 11We zijn inmiddels 'habitué' geworden op de Yonne: de sluiswachters roepen niet meer naar elkaar dat er 'een spits' af komt, maar dat 'le Picaro' op komst is.

Zaterdag 12Aan Ablon moeten we lang wachten op de opvaart, dus stap ik er boven de sluis maar met Kia vanaf, kan ze wat langer snuffelen. Als Thijs al ingevaren is kom ik tot de ontdekking dat ik gevangen zit: er staat zowel een hek tussen de kade boven de sluis en de sluis zelf, als tussen de kade en de rest van de wereld… Gelukkig ziet de duwboot achter ons het probleem, en pikt mij en Kia even op… 's Avonds mag Thijs op zijn beurt een dame in nood redden: de al wat oudere woonbootbewoonster achter ons is 'buitengesloten' door haar man. Of Thijs even door het raam naar binnen wil klauteren om de deur open te maken. Alleen hebben gentlemen-inbrekers op TV nou nooit last van omkletterende antieke glazen op het dressoir…

Zondag 13Nu we buiten al zoveel gedaan hebben dit jaar, en het weer ook niet bepaald uitnodigt tot buitenwerk, begin ik maar eens aan een lang uitgesteld binnenwerkje: de half loslatende vernislaag in de slaapkamer wegkrabben. Daar heb ik niet voor niets zo lang mee gewacht: echt een heidens karwei.

Maandag 14Waar ik nog een hele dag zoet mee ben. Aangezien alles, van slaapkamer tot stuurhut, nu toch vol gouden schilfertjes en stof ligt, schuur ik ook het parketvloertje onder het bed maar even kaal. Geen hond die het ziet, of liever gezegd, alleen de hond die het ziet, maar nu wil ik ook alles in orde hebben… Bij een donderslag komt die hond trouwens tot de ontdekking dat er opeens geen wegkruipruimte meer tussen het matras en de vloer zit… Ik vind het wel wat hebben, kamperen op je eigen schip.

Dinsdag 15En logeren op je eigen schip: nu de eerste vernislaag er weer op zit gaan we vanwege de stank voorlopig maar op de bank slapen. Wel luxe hoor, zo'n breed bed, met TV aan het voeteneind… Ga ik ook eens een keertje betalen op sluis Kerkhove, loopt alles in het honderd: eerst weigert de computer, dan de printer en dan ook nog de nietmachine!

Woensdag 16In de loop van de middag arriveren we bij sluis Zennegat. Nu er containerschepen naar Herent varen kan hier opeens wel regelmatig gebaggerd worden, maar vroeger was het binnenkomen af en toe echt een avontuur. Door het tij en alle riviertjes die hier bij elkaar komen lag er altijd een grote modderbult voor de sluis. Daar kon je geladen alleen rond hoog water overheen. Drie uur voor hoog water kon je ook al wel naar binnen, maar dan moest je vanuit de Koeienstaart eerst achteruit de Dijle in, op de punt een touw zetten, en dan vol gas het hoekje om en de sluis in zwiepen. Draaide je niet hard genoeg, bleef je op de stenen hangen. Zette je geen touw, liep je door de stroming het risico met de kop in de Zenne te belanden. Dat maakten wij, respectievelijk de voorburen, in 1992 dus allemaal mee bij een reisje Gray-Boortmeerbeek. Dat was trouwens hoe dan ook een gedenkwaardige reis: leeg van Reims naar Gray sur Saône… Ondanks de Zennegatperikelen losten we altijd graag in Boortmeerbeek: leuk dorp, gemoedelijk bedrijf, vriendelijke mensen. Leuven was ook leuk. Maar nu is de enige overgebleven spitsenlosplaats in de Leuvense Vaart Herent, het meest schippersonvriendelijke bedrijf van België. De eerste keer dat we er losten hadden we het eigenlijk al gezien: de hele dag vrachtwagens lossen, en dan op het laatste nippertje, voor het op betalen aankwam, vlug een schip leegmaken. De keer daarop kwamen we uit het zuiden, dus dan heb je niet zoveel keus. Net als nu in het Canal de Bourgogne geladen, maar dan precies aan de andere kant, in Thorey en Plaine. Omdat het kanaal begin december dichtgevroren zat laadden we ruim een week te laat, zodat we de oorspronkelijke losdatum natuurlijk niet meer konden halen. Dat wilde de ontvanger misbruiken om onze aankomstdatum niet meer te erkennen, en ons pas na nieuwjaar leeg te maken. Na veel heisa kregen we toch nog ons gelijk, maar toen hadden we ons dus al voorgenomen nóóit meer naar Herent te gaan. Wat we toch bijna negen jaar volgehouden hebben. Jammer van dat pestbedrijf, want het eind achttiende eeuw aangelegde kanaal van Leuven naar de Dijle is toch wel een van de mooiste vaarwegen van België. Zeker nu de aan het Canal du Midi herinnerende, gekoppelde komsluizen zo netjes gerestaureerd zijn. Gezellig is het ook nog steeds, al hoef je de sluis- en bruggenwachters tegenwoordig niet meer in het aangrenzende café te gaan zoeken. Uit nostalgie, en om een containerboer met veel haast voor te laten, maken we voor Hemelvaart maar in Boortmeerbeek vast.

Donderdag 17Kia's beste vriendinnetje en haar papa en mama komen op bezoek. Als het weer mooier blijkt dan voorspeld maken we, ondanks het fietsterrorisme, een rondje jaagpad naar sluis Kampenhout. De apartste sluis van het kanaal: in een bocht. Daarna hebben we wel trek in frieten, maar helaas, alle frietkotten blijken vandaag op slot. Dan maar Chinees.

Vrijdag 18'Het ligt hier nogal vol, dus ga maar in Wijgmaal liggen', kregen we via de telefoon te horen. Van de collega's vernemen we echter dat de bedrijfsvaartkade in Wijgmaal vol woonschepen ligt. Dus blijven we noodgedwongen maar bij de fabriek in Herent liggen. Drie breed, dat wordt wat problematisch als er een containerschip langs moet. Mogelijk gaan ze vanmiddag de binnenste buurman verder leeg maken. Maar op kantoor weet niemand wat. Ook niet wanneer wij moeten lossen: misschien donderdag of vrijdag, ligt eraan of er nog een trein komt opdagen. Want die komen hier zomaar uit de lucht vallen. En moeten dan wel meteen gelost worden. En dat duurt anderhalve dag. En als er een trein gelost wordt kunnen er geen schepen gelost worden. Zolang er geen losploeg is, gaat de buurman ook niet onder de pijp liggen, want dan loopt hij het risico dat hij het hele weekend geen schotelontvangst heeft. Om twee uur komt er toch een losser opdagen zodat we kunnen verhalen. En het weekend weg kunnen, om de post vast op te halen. Want we zijn bang dat we aan de ketting gelegd worden als we de grens overkomen, vanwege drie maanden onbetaalde rekeningen en belastingaanslagen ;-) Wel een hele reis met de trein, en dan moeten we eerst nog met de fiets naar Leuven. Op de containerterminal, waar volgens de buren een doorfietsbaar gat zit in het hek dat het hele bedrijf omgeeft, krijgen we meteen op ons kop dat we ons op privéterrein bevinden, en dat nog wel zonder veiligheidshelm en veiligheidsbril… Helaas, we zijn er totaal niet van onder de indruk.

Maandag 21Kia kan pas om drie uur bij de dierenarts terecht. In afwachting daarvan kijk ik een paar overgebleven boekhoudingen van begin jaren 1990 door, voor ze de papierbak in kunnen. Ach ja, toen hadden we nog een Scopecard en Scheveningen Radio om te bellen, en een semafoon om gebeld te worden, Noord-Zuidrekeningen uit Groningen, een runner in Rotterdam, het Solidariteitsfonds Binnenvaart in Antwerpen, het ONN in plaats van VNF, 'participation commerciale', sloopbijdragen en douane, betaalde je op de werf 45 gulden per uur en bij de olieboer 255 gulden per kuub, kon je nog bunkeren in de Ringvaart, in Vitry en in Cléry, en waren er nog reizen Gent - Montceau les Mines en Bonsecours - Den Bosch… Als we 's avonds bepakt en bezakt met papier, koffie en klusmateriaal weer in Herent arriveren blijkt dat ze warempel het hele weekend door gelost hebben!

Dinsdag 22Desondanks liggen er nu, over het hele kanaal verspreid, elf spitsen te wachten. Het schip waar we bij langszij liggen moet misschien vanmiddag lossen. Of misschien ook niet. Om drie uur horen we dat het toch morgenvroeg wordt en kunnen we eindelijk naar Leuven. Nog even de stad in en dan naar de bouwmarkt, voor een nieuwe slaapkamervloerplaat. De vorige eigenaar is duidelijk eens met het verkeerde been uit bed gestapt en heeft het gat maar dichtgetimmerd met een stuk spaanplaat. Dat hebben wij ook altijd maar met vloerbedekking bedekt gelaten, maar nu de rest weer netjes is wil ik natuurlijk ook een mooi parketvloertje vóór het bed.

Woensdag 23Buurman heeft voor niets zijn wekker op zes uur gezet: er is geen uitzendkracht op komen dagen. Om twee uur komt de volgende afzakken, en hoewel die tot 's avonds acht uur doorwerkt komt buurman niet leeg. En morgen is er weer een trein… We kunnen er niet mee zitten: morgen hebben we verhoogd liggeld. Dat is nog bepaald geen slapend rijk worden, met varen verdien je meer, maar ach, het is mooi weer, we kunnen hier brood kopen en Kia goed uitlaten. Dat wil zeggen, op het terrein is met bestrijdingsmiddel gespoten, de hond van de buurman is er ziek van geworden, dus fiets ik iedere dag maar twee keer naar sluis Tildonk op en neer. Wel de mooiste sluis van het kanaal, met zijn voormalige sluisherberg, nu 'Café Maritime', met spitsenkop als bar.

Donderdag 24's Avonds om kwart voor negen mag de buurman weer openleggen. Om twaalf uur is hij leeg en kunnen wij onder de pijp, morgenvroeg zes uur lossen. Krijgen we van een uitzendkracht te horen… De buren achter ons weten nog niets. 'Hier gaan we nóóit meer heen!': de een moet naar het ziekenhuis, de ander morgen de kinderen halen, zaterdag naar een communiefeest en maandag met de auto naar de garage…

Vrijdag 25Zekerheidshalve blijven we maar lekker in bed liggen, maar tegen half zeven horen we toch teken van leven op de wal. Onze losser weet alleen dat hij tot 1 uur moet werken, of er daarna nog iemand komt om ons leeg te maken kan hij niet vertellen. Om half twee klimt er iemand van de productie in het ruim, die alleen weet dat hij tot drie uur moet werken, maar of we vandaag nog leeg komen kan hij niet zeggen. Niet leegkomen vinden we, met het Pinksterweekend voor de boeg, niet zo heel erg: dat levert ons minstens drie extra overligdagen op: morgen moet er een schip mout laden, en kan er dus niet gelost worden, en zon- en feestdagen tellen dubbel. Maar als we onverhoopt vanavond laat nog lossen, zodat we geen nieuwe reis meer aan kunnen nemen, hebben we een probleem: waarheen? Achter een tijsluis gevangen blijven liggen, in een land met hoge telefoonkosten? Buiten rechtsaf via de Nete richting Stein? Rechtdoor naar Antwerpen of Tholen? Via de Westerschelde naar Terneuzen? Of misschien linksaf via de Zeeschelde richting Frankrijk…? Waarschijnlijk wordt het dat laatste, want een telefoontje naar Nederland heeft uitgewezen dat we daar komende week weinig naar onze zin hebben te verwachten. Maar voor we leeg terug lopen zouden we toch wel graag vast aan de reis zijn, want dinsdag bevrachten betekent met ons geluk waarschijnlijk pas de week erop weer laden. In Douai blijft nu nog genoeg leuk werk staan om begin volgende week te laden. Maar voor we dat aan kunnen nemen moeten we dus wel zeker weten dat we vandaag leegkomen. Het zou hier namelijk niet voor het eerst zijn dat ze een schip een weekend lieten liggen met vijf ton…Om half vier komt er een nieuwe uitzendkracht in het ruim, die zegt dat hij blijft ' totdat het gedaan is'. En jawel, om vier uur is het zo ver. Onze eerste keus is een reisje Thun Saint-Martin - Veghel. Als iemand ons gevraagd had wat we nu het liefst zouden doen hadden we geantwoord: 'In het Canal de Saint-Quentin laden voor Den Bosch of Veghel'. Dus dat is prima. De vracht is ook prima. De laad- en losdatum, woensdag laden en de zesde aankomen, vinden we ook al prima. Maar als we de bevrachter bellen krijgen we ongevraagd een euro per ton extra en blijkt de aankomstdatum vervroegd naar de vierde. We vallen zowat om van verbazing: gaat het misschien toch nog goedkomen dit jaar?

Zaterdag 26Het lijkt er wel op: we hadden gedacht tot Merelbeke te komen, maar het wordt Oudenaarde. Kunnen we vanavond eindelijk Belgische frieten, en morgenvroeg vers brood halen.

Zondag 27Voor het eerst dit jaar vinden we het wel best dat we stil liggen vanwege een feestdag: allebei niet lekker.

Maandag 28Beneden Denain horen we opeens twee harde knallen: ja hoor, twee flinke stenen in het gangboord. Op de roef kunnen we zo gauw geen inslag ontdekken (hoewel er binnenkort wel ergens een roodbruin streepje in de nieuwe witte lak zal verschijnen om de plek aan te duiden…) maar in de deurstijl van de stuurhut zitten drie lelijke deukjes. Een paar centimeter verder naar rechts of naar links en er was waarschijnlijk een raam gesneuveld. 'Ik had liever gehad dat ze er een ruit uit gegooid hadden, die kun je tenminste nog vervangen', zegt de buurman, terwijl hij somber naar de scherpe deuk in zijn autodeur kijkt. De sluiswachter belooft de 'controleur' te bellen, maar als we aangifte willen doen moeten we vastmaken en naar het politiebureau gaan. Tja, dan hebben we schade én verlet…

Dinsdag 29We hebben nog nooit in Thun Saint-Martin geladen, en hoewel we er al tig keer langs gekomen zijn, kunnen we ons in dit pand eigenlijk ook geen silo voor de geest halen. Gelukkig is er een sluismeester aanwezig op Iwuy, die ons weet te vertellen dat we in het stuwgat boven deze sluis rond moeten en dan achteruit, tot we net beneden de volgende sluis aan de rechteroever een 'gaatje' zien. Gelukkig ligt er al een spits, zodat we zeker weten dat we het goede gat in scharrelen. Er kunnen trouwens wel vier spitsen in, maar verhalen wordt dan een schuifpuzzeltje. Buurman had eigenlijk al aan het laden moeten zijn, maar de laadinstallatie, die er uitziet alsof hij al honderd jaar buiten gebruik is, is kapot. We weten de bedrijven wel uit te zoeken. 'Quel cirque!' moppert de buurman, die z'n hele planning in het water ziet vallen. Gelukkig weet hij niet, dat hij dat aan onze aanwezigheid te danken heeft… Maar in de loop van de middag begint er toch tarwe in zijn ruim te druppelen.

Woensdag 30In afwachting van onze beurt zijn we maar weer aan het klussen geslagen. In het kastje boven het bed zaten twee schuifdeurtjes, die er de laatste tijd wel eens uit vielen, doordat de onderkant wat doorgebogen is onder het gewicht van mijn garderobe, en de bovenrand afgescheurd is. En je moet er toch niet aandenken dat zo'n deurtje 's nachts een keer omlaag komt, als er een haastige buurman passeert… De 'simpelste' oplossing is om er maar draaideurtjes van te maken, maar dan moet er wel een lijstje op de onder- en bovenkant komen. Onze 'huistimmerman' laat tegenwoordig nogal eens verstek gaan, maar gelukkig hebben we tegenwoordig zelf een cirkelzaag, en heb ik laatst een stukje mahonie uit de vuilcontainer gevist waar precies vier latjes in blijken te zitten.

Donderdag 31Na precies honderd dagen is de Picaro weer in Hollandse wateren. 'Nu al terug?!' reageert de familie verbaasd. Ja, er bestaan ook nog reizen waarbij je de ene middag in Frankrijk laadt en de volgende avond weer in Nederland bent…

Reactie van
Ronald Pikkert
Vanmiddag waren wij aan het proefvaren om de piloot te calibreren. We moeten een dronken indruk gemaakt hebben maar we waren toch serieus bezig. Wie kwamen we tegen: Picaro bij Heijen in de bergvaart. De foto staat op http://www.lutgerdina-charter.nl/dba/ships?index1

Reactie van
Lilian
Hoi Thijs en Annemarie,
Al jaren kijken wij uit naar de Picaro. Komen jullie eindelijk eens voorbijvaren, missen we jullie nog bijna.

Groeten en goede reis Chris en Lilian van de Cheyenne

Reactie van
Picaro
Oef, je wordt tegenwoordig ook overal gespot ;-) De Cheyenne hebben we wel gezien, bij Maastricht, de Lutgerdina ondanks zijn vreemde vaargedrag niet…

 April
2007
  
 Juni
2007
print-versie