LOGBOEK APRIL 2007

 Maart
2007
 
Mei
2007
Zondag 1Op afstand bediende sluizen is ook niet alles. Tenminste, bij ons verloopt de communicatie met Saint-Maur en Saint-Maurice altijd bijzonder stroef. Natuurlijk treffen we ook nog net een uur middagpauze aan Saint-Maurice. We mogen die tijd niet in de sluis liggen om de watertank bij te vullen. Dan vanavond maar via Chatou, daar loopt de waterslang lekker hard. Lopen we ook niet het risico dat sluis Bougival morgenvroeg opeens gestremd blijkt, omdat er een bepaalde waterstand bereikt is. Dat hebben we al eens meegemaakt met opkomend water, konden we 'voor de veiligheid' net boven de stuw rond…

Maandag 2Ondanks een uitgebreide CIS-, brood- en internet-stop in Conflans arriveren we nog voor een andere spits, die over Reims is gevaren, in Gargenville. Die buren hadden al dik twee weken voor ons geladen in Sète, maar hebben eerst verwaterd op de Rhône gelegen en vervolgens nog een kapot stuurwerk gehad. Al met al hebben wij er geen spijt van dat we deze reis gedaan hebben: anders hadden we vandaag pas de Rhône op gekund, en nu zijn we er al!

Dinsdag 3Er is wel wat werk, maar bijna allemaal pas om eind volgende week te laden. Grrr. Niet dat we zoveel haast hebben, maar het is toch te gek dat schepen die willen varen zo lang uit de vaart gehouden worden, terwijl er regelmatig gebrek aan spitsen is. Dus kiezen we maar voor de reis met de kortste melddatum: Joigny - Antwerpen, dinsdag laden. Ook omdat we het wel leuk vinden om de Yonne weer eens op te gaan: het is al zeven jaar geleden dat we daar geweest zijn. En niet afbreken, zelfs geen ballast zetten, is ook wel lekker. Als het ruim weer grijs is varen we nog even naar Conflans, waar we bezoek verwachten.

Woensdag 4We stoppen maar niet in Parijs, we zijn hier dit jaar al zó vaak geweest… Zodat we nog een aardig end de Seine op komen. Om half zes gaat de telefoon, de bevrachter, dat er een sluismuur ingestort is op de Yonne. Morgenvroeg moeten we maar zeggen wat we willen: wachten, een andere reis aannemen… We maken maar ter plekke vast, voor het geval we terug moeten, en om het scheepvaartbericht op te zoeken. Er blijkt geen muur ingestort, maar wel een 'noodreparatie' gepland aan de drempel van sluis Saint-Bond. De werkzaamheden, waarvoor maar liefst drie panden verlaagd worden, gaan van volgende week dinsdag tot zondag duren. Verdorie, en we hadden ons al zo verheugd op een zonnig lang weekend in de Bourgogne!

Donderdag 5Van kwart voor negen tot kwart voor elf is onze telefoon in gesprek: Franse buurman, CIS, subdivisie, bevrachter, andere bevrachter, Franse bond, Nederlandse bond… Met als resultaat dat we allebei gewoon dinsdag in Joigny gaan laden, en hoogstwaarschijnlijk een vergoeding van VNF gaan krijgen voor de dagen die we (vanaf 36 uur na aankomst bij de stremming) vervolgens moeten wachten. Iedereen begon met te roepen dat we geen recht op vergoeding hadden, omdat dit onder 'overmacht' zou vallen, maar moest vervolgens toegeven dat een noodreparatie onmiddellijk plaats hoort te hebben, en niet een week later, zodat de huurjachtjes met Pasen door kunnen blijven varen… En 'gewone' reparaties moeten ten minste twee weken tevoren bekend gemaakt worden.

Vrijdag 6Vanaf Vinneuf wordt het landschap geleidelijk 'bourgondischer': versterkte boerderijen, kapelletjes en kastelen op gouden heuvels. Behalve de nieuwe sluis van Port Renard, die vorig jaar aangelegd is, blijkt er in zeven jaar weinig veranderd weinig veranderd op de Yonne. Ondanks het feit dat er boven Sens een containerterminal moet komen, worden veel verlaten nog met de hand bediend, en de schuine sluismuren zijn ook nog steeds niet van geleidingen voorzien, op een jachtenpontonnetje na. Mooi, dat betekent dat ik geen nieuws gemist heb ;-)

Zaterdag 7'Joigny is een juweeltje', horen we bij het wakker worden op de regionale radio. Dat blijkt te kloppen. We maken in het centrum vast, net voor de bakker! Na een wandeling met Kia langs de ommuurde tuinen tussen de rivier en de 'jeu de mail', gaan we aan de hand van de VVV-wandelroute de steile, smalle straatjes, fraaie vakwerkhuizen en andere oude gebouwen bekijken. Vervolgens slenteren we over de druk bezochte kermis en jaarmarkt. Het is schitterend weer. Door ons reisje Sète hebben we dit jaar twee keer lente. Nou ja lente, zeg maar gerust zomer! Wij vormen ook weer een attractie, zeker voor de kleintjes: ongeveer om de tien minuten vangen we het woord 'péniche' op.

Zondag 8Voor het eerst in 34 dagen krijgt de Cummins een hele dag rust. Zijn laatste vrije dag was op de heenreis, bij Chaumont. Dat ligt overigens bijna op dezelfde hoogte als Joigny…Wijzelf nemen geen rust: met de fiets gaan we verder de Yonne op. Het eerste stuk jaagpad is geasfalteerd, maar dan wordt het slechter en slechter, tot we gewoon door het hoge gras fietsen. Dat bedoelen die Fransen dus met 'voies vertes'… Vanaf de monding van het Canal de Bourgogne wordt het gelukkig weer wat beter, maar al met al dus geen route voor tere billetjes! Bij Bonnard steken we de rivier over, richting kanaal, en stuiten nog op een echte dorpsbrocante. Ook op een vrije zondag kruipt het bloed waar het niet gaan kan: aan Laroche Migennes helpt Thijs de sluismeesteres maar even een handje, want de opvarenden van het huurjacht in de sluis hebben het te druk met de stoere kapitein uithangen…

Maandag 9Na het ontbijt wandelen we naar het uitzichtpunt boven het dorp, door de wijngaarden van de Côte Saint-Jacques, en via een mooie 'holle' weg weer naar beneden. Na de lunch klussen we wat aan boord, en na de koffie fietsen we tussen de grindgaten door naar het ook al schilderachtige dorpje Cézy. En na het avondeten… liggen Kia en ik languit op de bank! Pff, weer even wennen aan de warmte en het drukke zomerleven.

Dinsdag 10Na een weekend weifelend naar de boogbrug van Joigny gekeken te hebben gaan we dan maar proberen of we dit laatste obstakel ook nog zonder ballast kunnen nemen. Pas de problème. Terwijl we bij de andere silo wachten tot de buurman vol is fiets ik naar de supermarkt, die we gisteren vanaf het uitzichtpunt ontdekt hebben. We krijgen er 250 ton koolzaad in, maar moeten wel al ons (dankzij de bakker dit weekend ongetwijfeld toegenomen…) gewicht in de strijd werpen om de luiken dicht te krijgen. Hoewel we het schip tijdens het laden een paar keer afgedraaid hebben, omdat het er niet al te diep uit zag, vallen we eenmaal onderweg toch nog schuin. Maar helaas, het ruim zit zo vol dat we nog geen kilo naar de andere kant kunnen scheppen.

Woensdag 11De buurman heeft geregeld dat we in Villeneuve sur Yonne mogen blijven wachten. Alweer zo'n prachtig stadje. Maar eerst moet er buiten eens goed geboend worden, want behalve koolzaad ligt er hier en daar ook nog een vleugje bauxiet. Als ik het raam dichtschuif hoor ik 'krak'. Ai, het schermpje van ons GPRS- en WAP-toestel, dat vanwege de ontvangst meestal voor het raam hangt, dwars doormidden! Gelukkig blijkt het scherm van een ouder apparaat van hetzelfde merk over te zetten. Terwijl ik, nu extra ijverig…, aan het soppen ben, vervangt Thijs niet alleen het schermpje, maar ook de, eveneens gebarsten, WC-pot. Nu die los is verven we ook meteen het vloertje eronder maar weer een keer. En nu we toch tweecomponentenverf aangemaakt hebben, werken we ook meteen maar wat beschadigingen in de keuken en het gangetje bij. Omdat we ons met al die natte verf binnen niet meer kunnen bewegen en het ook heerlijk ruikt gaan we maar wandelen. Eerst naar het 'plan d'eau' en dan een rondje om de oude stadsmuren. Daarvan zijn twee indrukwekkende stadspoorten overgebleven, een toren, en de gracht. Die is nu in gebruik als tuin, door de huizen die op de voormalige vestingmuren zijn gebouwd. Op dit soort plekjes krijg ik altijd weer zin om te tekenen, want met een foto is de sfeer van smeedijzeren hekken, klimop en bloesem eigenlijk niet te vangen. Volgende keer nemen we maar de Yonnereis met de langste laaddatum! Als we terug zijn zeggen we voor de gein 'we zouden wel kunnen barbecuen'. Tja, waarom ook niet…

Donderdag 12De buren hebben ons uitgenodigd voor een uitstapje: de werkzaamheden aan sluis Saint-Bond inspecteren, naar de supermarkt in Sens en aansluitend daar een hapje eten. De reparatie blijkt net klaar, nu moet het beton nog drogen en de panden moeten nog op peil gezet worden. Een gezellige boel, behalve alle sluismeesters loopt er nog een getroffen collega rond, en er worden de nodige grapjes ten koste van VNF gemaakt. Iedereen is het er over eens dat er destijds toch wel fantastische sluizen zijn gebouwd, aangezien ze al honderd jaar gebrek aan onderhoud hebben overleefd… Het nadeel van dat mooie weer is dat er ook weer buiten geverfd kan worden. Dus gaan we 's middags maar door de knieën voor het bakboord gangboord, dat er vorig jaar bij ingeschoten is. Kia is in de rui, dus het wordt antislip…

Vrijdag 13Tegen de middag komt een VNF-autootje zeggen dat we om half twee weer kunnen gaan varen, hoewel de panden nog niet helemaal op peil staan. Snik, van mij had het nog wel een paar dagen mogen duren: we hebben de omgeving nog niet verkend, morgen is het hier antiekmarkt, en waarschijnlijk liggen we nog betaald ook! Klokslag half twee maakt het huurjachtje achter ons los, en stuift met een 'au revoir' richting sluis. Hoho, zo werkt dat niet hier! Tegen drie uur vaart de buurman in, dan mag het jachtje, en dan komen wij. De buurman kan met de kop tegen het benedenhoofd vastmaken, het jacht aan het ponton, en wij moeten, vanwege die schuine muren, daarachter maar zo'n beetje in het midden zien te blijven zweven. Maar aangezien het schutten zo rustig gaat is dat geen probleem. We schutten in ieder geval een stuk relaxter dan het jachtje… De Yonne is normaal al een ondiepe rivier, dus laten we ons nu maar af drijven. De sluizen zijn normaal ook al ondiep, en nu het water nog een centimeter of twintig te laag staat dus helemaal: als we de tweede sluis uit willen varen blijken we vast te zitten. Hard draaien is niet leuk: het grind rammelt door de schroef. Afdraaien is niet mogelijk: dan kraken we het jachtenponton. De verlaten open helpt ook al niet. Dan de deuren maar weer dicht en een stukje opschutten, zodat we stuurboord voorin kunnen gaan liggen, waar het wel wat dieper zal zijn omdat de geladen afvaart daar altijd ligt. Maar voor de deuren half dicht zijn komt het schip opeens uit zichzelf in beweging. Als de sluiswachter de deuren dan weer open wil doen loopt het hele zooitje vast, maar gelukkig kunnen ze ook nog met de hand bediend worden.

Zaterdag 14Beneden Sens staan de panden weer op peil, en de sluizen worden wat breder, zodat we naast elkaar af kunnen schutten. Alleen het uitvaren wil vandaag niet helemaal lukken bij de buurman… De eerste keer zit hij muurvast, zodat wij achteruit, de hoek in, moeten om hem ruimte te geven. Want er zitten hier nieuwe deuren in, die zo beveiligd zijn dat de sluiswachter de verlaten niet meer open kan zetten om een schip de sluis uit te spoelen. Modernisering is meestal geen vooruitgang bij VNF. Bij de volgende sluis ervaart de buurman dat nog een keer aan den lijve: de nieuwe deuren hebben ook extra veilige, brede passerelles… die bij het opengaan net zijn mastje onthoofden ;-) Maar ach, het mooie landschap en het mooie weer maken veel goed. Ik begin maar eens aan het achterdek. Even het randje schuren, denk ik. Maar 'even' valt altijd tegen, ik ben er mooi de hele dag zoet mee. Al kun je met om de vier, vijf kilometer een sluis natuurlijk ook niet echt doorwerken.

Zondag 15Het neefje van de buren kijkt zijn ogen uit in Parijs… zoveel bloot langs de Seine! Als de buurman zijn passagiers op sluis Suresnes weer af wil zetten mag dat niet: hij moet maar beneden de sluis vastmaken. Veiligheid…

Maandag 16We hadden met de bevrachter afgesproken dat onze nieuwe aankomstdatum van de 23e nog 'à préciser' was, ook voor het geval de stremming uit zou lopen, maar nu die eerder afgelopen was wil hij die datum niet naar voren schuiven. De ontvanger kennende, houdt dat in dat we waarschijnlijk voor nop van zaterdag tot woensdagavond in Antwerpen liggen. De bevrachter belooft nog terug te bellen, maar daar geloven we niet zo in. Nou ja, in ieder geval mag je van deze ontvanger in de stad blijven wachten, dus gaan we maar plannen maken: naar de markt, misschien voor de zekerheid maar vast met de trein de post op gaan halen…

Dinsdag 17Zo eens per twee maanden valt het Canal du Nord nog wel mee. Kia is blij dat we weer een pand mee kunnen fietsen en dat ze overal kan pootjebaden. En ik vind nog een paar mooie oude tegels. Ben je ergens al honderd keer langs gekomen, valt er nog steeds wat nieuws te ontdekken! Het uitgraven kost me wel m'n nagels, maar na al dat schuren zagen die er toch al niet zo damesachtig meer uit. We schutten ook lekker in ons uppie: voor ons zit een 52 meter en achter ons twee pousseurs.

Woensdag 18Als we 's morgens om half negen sluis Cléry willen invaren gaat de telefoon. 'Met uw verlader. Onmiddellijk vastmaken. Er is een probleem met de lading. U moet misschien naar Gent, of terug naar Venette.' Gelukkig kunnen we nog stoppen en naar stuurboord schieten: als we de sluis al ingevaren waren hadden we drie sluizen verder gemoeten om rond te kunnen, of achteruit terug. De buurman blijkt zo'n zelfde telefoontje gehad te hebben. We gaan er vanuit dat net als die twee pousseurs ons voorbij zijn er wel gebeld zal worden dat we gewoon door kunnen, maar we horen niets meer. Zolang we niet weten waar we aan toe zijn kunnen we ook nergens aan beginnen (en hebben we daar eigenlijk ook geen zin in) dus Kia heeft weer geluk. Voor het geval Thijs meteen wil vertrekken terwijl ik over zijpaadjes zwerf, neem ik de fietssleutel maar mee, kan hij altijd de fiets laten staan. Om vier uur belt dan eindelijk de bevrachter: de enige ontvanger die onze lading wel wil hebben is Neuss. Getver… dat is wel een heel end de Rijn op, daar hebben we eigenlijk helemaal geen zin in. En de buurman nog minder. Na veel op en neer getelefoneer komen we uiteindelijk overeen dat we maar gewoon… samen teruggaan naar Joigny!

Reactie van
Evert CadIJ
Terug naar het Bourgondische leventje.
Vorige keer zat er 7 jaar tussen nu 7 dagen !?!

Donderdag 19Normaal is het 's morgens bij het wakker worden altijd al even nadenken, 'Waar zijn we, waar gaan we heen', en vandaag helemaal. Je zou er draaierig van worden! In de loop van de ochtend hebben we de buurman weer ingehaald, de laatsten zullen de eersten zijn, en horen en voeren we diverse amusante marifoongesprekken in de trant van 'Ben ik jullie eergisteren nou ook niet tegen gekomen?' en 'Waar moet je heen? Joigny. Dat is een leuke reis, waarvandaan? Joigny…' Dan wordt het wat minder amusant: een buurman heeft gehoord dat er een probleem is met de stuw van Rosoy, op de Yonne…

Reactie van
Ronald Pikkert
Ik was deze site een beetje uit het oog verloren maar de laatste tijd kijk ik weer regelmatig en met genoegen naar jullie dagboek.

De afgelopen 20 jaar voeren we regelmatig met onze Luxe Motor van 27 meter naar Frankrijk. De verhalen over oponthoud en achterstallig onderhoud zijn dus heel herkenbaar maar nu zelfs een tekst met een cliffhanger.

Deze zomer komen we met ons nieuwbouw charter/hotelschip van 30 meter naar het zuiden afzakken met bestemming Parijs dus wellicht komen we elkaar wel tegen.

Reactie van
KVM
Zo werk je in ieder geval mee aan mooie statistieken voor de binnenvaart….;-)

Reactie van
bas
Zo te lezen hebben jullie weer genoeg meegemaakt en gezien niet te vergeten. Het is hier in duitsland oostenrijk hongarijen ook een aantal weken erg zomers.

Vrijdag 20Het probleem blijkt weer verholpen. Een van de kleppen van de stuw was omlaag gedonderd. Via via horen we dat VNF een dure kraan heeft laten komen om de klep omhoog te trekken. Toen dat niet lukte hebben ze maar eens goed naar het oude mechaniek gekeken… en konden hem toen zo omhoog draaien! Net boven Conflans moeten we even in onze ogen wrijven: op een boomstam die half boven water uitsteekt liggen acht schildpadden op een rij te zonnen. En nog niet van die kleintjes ook!

Zaterdag 21Aan Evry krijg ik van de sluismeester op m'n kop omdat ik zomaar over een bouwterrein loop. En nog wel zonder helm. Jaja, als ik toestemming had gevraagd had ik dus geen foto's gehad ;-) In ieder geval mooi dat VNF de kleine sluizen hier geleidelijk weer in gebruik wil gaan nemen, want als het een beetje druk is, zoals vandaag, lig je eindeloos te wachten. We schutten samen met een Nederlands passagiersscheepje dat iedere zomer in de omgeving van Nevers vaart. Zolang als het nog duurt tenminste, want over een paar jaar moeten zij ook aan allerlei onmogelijke, onbetaalbare veiligheidseisen voldoen, zoals twee volledig gescheiden machinekamers.

Zondag 22De middagpauze duurt vandaag van 12 tot 2, in plaats van van 12.30 tot 13.30 uur, zodat de sluismeesters kunnen gaan stemmen. Maar onze sluismeester woont zo ver weg, dat hij in die tijd toch niet op en neer kan. Als we gewoon tot half 1 hadden kunnen varen, waren we net in een lang pand gekomen, zodat we om half twee mooi aan de volgende sluis waren gearriveerd. Verlet is altijd cumulatief. Aan die volgende sluis, voor de variatie een halve komsluis met rechte muren, komt nu een lege grindpousseur met haast achterop. Hij vraagt of wij willen proberen of we in de hoek kunnen komen, zodat hij erbij kan, en er als eerste weer uit. 'Dan had je vanmorgen gewoon om acht uur moeten beginnen!', moppert de buurman.'Toen kwam ik pas terug van de discotheek waar ik werk'. Zeker aan het sparen voor een nieuwe… Gelukkig is deze sluis laatst schoongemaakt, zodat we in de kom komen. Aan de volgende sluis is geen sluismeester: ze moeten op zondag ieder twee sluizen doen, en hij heeft besloten een ander schip achter ons eerst op te schutten, hoewel die helemaal geen haast heeft. De schipper van de grindpousseur, die hier altijd zit, heeft zichzelf inmiddels maar vast opgeschut: de bedieningspanelen zitten hier niet in het hok, maar naast de deuren. Om ons niet nog meer tijd te kosten maakt hij vervolgens met de kont in de bovenmassa vast, zodat hij de sluis vast voor ons om kan zetten. Wanneer wij beneden de sluis aankomen is de sluismeester er nog steeds niet, dus maken we maar op de remming vast, zodat Thijs de deuren zelf open kan zetten. Als de sluismeester eindelijk arriveert, is hij daar zo pissig over dat hij niet eens een touwtje aanneemt. Wat met die schuine muren niet echt gemakkelijk is, maar we redden ons. Hij kan ook niks zeggen, want die grindschipper heeft duidelijk vaker zelf geschut… Typisch, hoe mensen altijd veranderen als ze in plaats een slinger knopjes te bedienen krijgen! Al met al komen we nog net aan St-Bond. Boven de sluis zie ik een rij tentjes in de wei… jawel, een brocante!

Maandag 23In de eerste sluis is het alweer prijs: de deuren gaan niet helemaal dicht achter ons. Terwijl de sluismeesteres om hulp gaat bellen nemen Thijs en de buurman maar eens een kijkje in de bedieningskast. Geen wonder dat ze liever hebben dat schippers daar af blijven: alle draden zijn groen van de oxide… Nadat ze wat aan de zekeringen gerommeld hebben doet alles het weer. Bij het uitvaren vraagt de sluismeesteres nog waar we gaan laden… macht der gewoonte zullen we maar denken. Beneden Villeneuve zitten we, recht voor de sluis, terwijl de dieptemeter nog 1,5 meter aangeeft, opeens muurvast. De chef neemt foto's, hopelijk om een baggerbudget los te krijgen. Er zal in ieder geval op te zien zijn dat grindbanken voor sluizen niet goed voor de luchtkwaliteit zijn… Nu we de laatste zand- en grindoverslag gepasseerd zijn worden de rivier én de sluizen merkbaar ondieper. Iedere sluis is het maar de vraag hoever (en hoe scheef) het tweede schip er nog tussen komt. En of de sluis het doet natuurlijk: bij de volgende blijkt de hydraulische slang van een van de laatste twee nog normaal werkende verlaten losgeschoten. Vereende krachten en inzichten zorgen ervoor dat we er na een uurtje weer uit kunnen. 'We krijgen hier te weinig schepen, daarom houden we ze lang als mogelijk vast!' grapt de chef. Een halve dag later dan gepland arriveren we dan toch op onze laadplek. Eh, losplek.

Dinsdag 24Via de telefoon hadden we al gehoord dat de silo voor vandaag geen kraan geregeld kreeg. Maar ze hebben wel een grote stofzuiger. In eerste instantie denken we nog 'dat wordt dus drie dagen lossen per schip!' Maar dat blijkt mee te vallen. Zeker als het hele zooitje (slangen, pijpen, provisorisch gelaste steun, touwtjes, tractor voor de aandrijving, buis met trechter naar de vrachtwagen, telescopische kraan om de slang omhoog te houden) eenmaal optimaal geïnstalleerd is. Want dan is de graanelevator opnieuw uitgevonden ;-) Dat de kraan met achteruitrijden de auto van de silobaas ramt mag de pret niet drukken. Het lijkt wel een bedrijfsuitje: zowat het complete silopersoneel is aanwezig, iedereen steekt de handen uit de mouwen (ook de hoge heren) en ondanks het harde werken in de hitte en de herrie hebben ze het allemaal naar hun zin. Tussen de middag wordt er zelfs gewoon doorgewerkt, en als de buurman tegen vijven leeg is halen ze er bij ons ook nog maar even twee vrachtwagens uit. Jammer: we hadden natuurlijk toch nog stilletjes gehoopt dat wij zonder te lossen weer naar een leuke bestemming gestuurd zouden worden. Hier houden ze namelijk vol dat de lading niet met insecticide is behandeld.

Woensdag 25Vanuit de stuurhut belt de silobaas naar de afdeling verkoop, maar helaas, daar willen ze de geplande reizen gerst naar Antwerpen en Prouvy nog niet bevrachten. Als de losinstallatie gedemonteerd is gaan we eerst maar eens een paar honderd meter achteruit, bij de buurman langszij. Bij de silo's bestaat het jaagpad uit kalksteen, waardoor ieder passerend voertuig met deze droogte grote witte wolken veroorzaakt. En de jongere caravanbewoners van verderop vinden het erg lollig om naast ons ook nog even op de rem te trappen… Buiten, binnen, alles zit onder het stof. De huid lijkt onder water ook wel gekalkt. En stinken, dat die vastdrogende modderlaag doet!

Donderdag 26Om de buurman niet opnieuw vies te maken gaan we nog maar een stukje achteruit, naar twee wat gammel ogende paaltjes. Het steigertje naar de wal is inderdaad ingestort, maar als we de lange loopplank gelegd hebben blijkt het zo'n mooi rustig, schaduwrijk groen plekje dat we besluiten maar hier te blijven liggen, in plaats van na de grote schoonmaak naar de stad te varen. Ik zou hier zelfs best willen wonen. Kia ook: die ligt de hele middag met een natte jas in het gras van puur genoegen ondersteboven madeliefjes te onthoofden. Het nadeel van palen is dat we niet bij de kop, de kont en de huid kunnen, die het dringendst om aanpak vragen, maar ach, er zijn wel meer oppervlakken die een nieuw laagje kunnen gebruiken. Zoals het voordek.

Vrijdag 27Normaal gesproken blijft er hier altijd werk staan, maar nu wij een keer in deze hoek leeg komen is er natuurlijk net helemaal niets. Op zich geen ramp, maar met al die feest- en 'overbruggingsdagen' op komst kan dat nog wel eens even zo blijven. Op de radio horen we dat de gemiddelde Fransman in mei maar zeventien dagen hoeft te werken! Verder zit het ons ook niet mee: Thijs heeft een wegspringend stukje lasslak op z'n ooglid gekregen, ik heb over het hobbelige jaagpad fietsend een ei gebroken, dat bovenin de boodschappentas zat, en het is maar de vraag of we wel genoeg verf aan boord hebben. Tja, wie denkt er half februari nu aan schilderen…

Zaterdag 28Het heeft hier al langer dan een maand niet meer geregend, maar als het roefdek half in de verf zit en de spareribs op de barbecue liggen te sudderen wordt het donkerder en donkerder, en ja hoor, een bui!

Zondag 29Omdat dit een rustiger plekje is om hun drie honden uit te laten, zijn de buren gisteren maar bij ons langszij gekomen. Dus leven we weer in 'symbiose': buurman brengt iedere morgen brood voor ons mee (en op zondagochtend zalige, warme croissants), Thijs helpt zijn computer weer aan de praat en redt zijn oude bestanden; ik schenk ze een fotoreportage van hun schip, en kan meerijden naar de supermarkt om flessen water in te slaan. Als de lucht 's middags weer betrekt stoppen we maar met klussen, en gaan met de buren mee lelietjes-van-dalen zoeken, een Franse traditie voor 1 mei. Maar goed dat wij geen auto hebben, anders gingen we hier elke dag de hort op: donkere bossen, golvende velden, oude dorpjes… Overal ruikt het naar acacia's… en het blijft natuurlijk prachtig weer.

Maandag 30Dat is toch niet te geloven: weer een regenbui als we het roefdek aan het verven zijn. Zal het aan dat 'zwembadblauw' liggen, dat we bij gebrek beter maar gebruiken? Dus maar weer een paar putsen water en de stokdweil over de verse verf: dat geeft wel veegjes en vezeltjes, maar in ieder geval geen kraters. Een kwartier later schijnt het zonnetje weer, en wel zo fel dat het ijzer nu te heet is om aan te raken, laat staan om te verven. Maar ja, wat doet de hemel morgen… Op de weerkaarten zitten we hier voortdurend precies op de grens van zon en wolken die over Europa ligt. Dus ga ik maar met de parasol vooruit, om het dek te koelen voor Thijs. Mensen met een jachtje, dat je gewoon binnen zet, hebben toch wel makkelijk praten… Als we klaar zijn hebben we het echt helemaal gehad, en gaan lekker met de buren mee naar de super in Sens.

 Maart
2007
  
 Mei
2007
print-versie